Tijdens het vooronderzoek met ingreep in de bodem zijn antropogene sporen aangetroffen die terug te brengen zijn tot recente verstoringen. Eveneens kwamen er sporen van natuurlijke fenomenen zoals boomvallen aan het licht.
Het aantal archeologisch relevante sporen was beperkt, bovendien zijn ze allen ondiep bewaard. Tevens lagen deze erg verspreid en geïsoleerd gesitueerd in sleuf 1. Twee daarvan waren zeer houtskoolrijke kuilen, vermoedelijk kuilen voor afval afkomstig van houtskoolmeilers. Meilers zijn tijdelijke constructies om houtskool te bereiden. De houtskoolmeilers zelf werden niet aangetroffen. De andere kuil was onduidelijk van aard, mogelijks betrof het ook een natuurlijk spoor. Aangezien het sporenaantal beperkt was en het ging om ondiep bewaarde sporen, zijn ze reeds volledig onderzocht. Er zijn dus geen archeologische waarden meer aanwezig binnen het plangebied.