Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden geen aanwijzingen aangetroffen voor andere activiteiten dan (vroeg-)moderne landbouwontginning. Er werden weinig relevante archeologische sporen en weinig vondsten aangetroffen. Het ging voornamelijk om greppels en grachten. Daarnaast zijn een klein aantal paalsporen, kuilen en een krengbegraving herkend.
Paalsporen en kuilen bevatten geen vondstmateriaal en bleven ongedateerd. In een langgerekte kuil werden enkele tandfragmenten aangetroffen. Het ging vermoedelijk om de begravingskuil van een rund. Gezien de zure omstandigheden van de zandige bodem wordt de ouderdom van het spoor beperkt geacht. Alle vondsten zijn afkomstig uit de vulling van greppelsegmenten. Behalve een fragment van een keramieken tegel en een stuk Doornikse kalksteen, werden drie aardewerkscherven aangetroffen. Deze laten een datering toe binnen een ruim afgebakend tijdskader. Een bodem- en wandfragment uit rood gedraaid aardewerk en afgewerkt met loodglazuur kunnen in de Nieuwe Tijd gesitueerd worden. Een halsfragment van een handgevormde pot stamt ten vroegste uit de laat-Romeinse periode en ten laatste uit de volle middeleeuwen. De S-vorm van het halsfragment doet een situering in de vroege middeleeuwen vermoeden.