In het plangebied is in het merendeel van de boringen een AC-bodemprofiel aangetroffen. Bij AC bodemprofielen bevindt het laat-pleistoceen dekzand zich onmiddellijk onder de ploeglaag. In één boring is nog een verploegde B-horizont aangetroffen. Tot slot is één boring gestuit op 170 cm -mv en kwam hier voornamelijk steengruis en baksteenmateriaal naar boven. Op basis van het landschappelijk bodemonderzoek kwam naar voren dat er zich een archeologisch niveau situeert tussen ca. 40 cm en 150 cm -mv.
Tijdens het vooronderzoek met ingreep in de bodem zijn antropogene sporen aangetroffen. In totaal zijn er 10 spoornummers uitgedeeld. Het grootste aantal betreft grachten en greppels, wellicht gelinkt aan afwatering en interne indeling van de percelen, al zijn ze niet te relateren aan de perceelsgrenzen op historisch kaartmateriaal. Verder werd er één paalkuil aangetroffen die niet tot een structuur behoorde. Overigens werden er enkele natuurlijke sporen aangetroffen en een groot aantal recente verstoringen, voornamelijk in het oosten. Uit geen van de sporen kon archeologisch relevant vondstmateriaal gerecupereerd worden voor een datering. Over de datering van voornamelijk de greppels en de paalkuil kan dus moeilijk een uitspraak gedaan worden.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: J. Verrijckt bvba
Beschrijving:
Verspreid over het terrein werden antropogene sporen aangetroffen. Ze behoren tot de spoorcategorieën grachten/greppels, paalkuilen, kuilen en/of natuurlijke sporen. Door een gebrek aan vondstmateriaal is voor geen van de sporen een datering gekend. Zes van de spoornummers die zijn uitgedeeld betreffen grachten en greppels. Wanneer men de sporen plot op de Atlas der Buurtwegen (ca. 1840) en andere historische kaarten lijkt er geen verband te zijn tussen de perceelsgreppels uit de nieuwe tijd en de sporen. In het oosten van het plangebied bevindt zich de noordoost-zuidwest gerichte gracht, aangetroffen in twee sleuven. Een gracht is ca. 2 m breed en heeft in sleuf 1 een diepte van 53 cm. Een tweede gracht werd aangetroffen in het westen van het onderzochte gebied en is noordwest-zuidoost georiënteerd. Het spoor is ca. 3,2 m breed en de datering is door gebrek aan vondsten onbepaald. Tevens zijn er ook nog twee noordwest-zuidoost georiënteerde greppels aan het licht gekomen met breedtes van respectievelijk 30 en 26 cm. Wederom zijn er uit de greppels geen vondsten gekend die een indicatie van de datering kunnen geven. Verder werd er één paalkuil aangetroffen die niet tot een structuur behoorde.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Binnensingel [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/981818 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.