De landschappelijke boringen tonen aan dat er geen begraven bodemhorizont aanwezig is in het plangebied. De bodemopbouw bestaat uit een tuinlaag (A(p)-horizont) met daaronder één of meerdere ophogingspakketten of verstoringen. De diepte van de C-horizont ten opzichte van het maaiveld varieert hierdoor van 40 tot 95cm. De kans op de aanwezigheid van een in situ steentijdsite wordt bijgevolg zeer laag ingeschat.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werd slechts 1 archeologisch spoor aangetroffen in het plangebied, het betreft een greppel met onbepaalde datering. Er werd geen vondstmateriaal aangetroffen tijdens het onderzoek.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Acke & Bracke bvba