Bij een proefputtenonderzoek in het kader van de opmaak van een archeologienota zijn een aantal archeologisch interessante sporen van laatmiddeleeuwse en postmiddeleeuwse bewoning aan het licht gekomen vooral in het westelijk deel van het onderzoeksgebied. De oudste sporen (greppels en ophogingslagen) dateren uit de periode 13de-14de eeuw. in het oostelijk deel viel vooral een 8 m brede gracht op die wellicht kan gelinkt worden aan een militaire schans die hier was gesitueerd. in de grachtvulling bevond zich archeologisch vondstenmateriaal uit de periode 17de-18de eeuw.