Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de bouw van appartementen en een positief vooronderzoek, werd binnen het projectgebied een vlakdekkende opgraving uitgevoerd. Deze leverde sporen van een rurale nederzetting uit de late ijzertijd en vroeg-Romeinse periode op.
In totaal werden de plattegronden van 4 hoofdgebouwen herkende waarvan 3 tot het Ekeren-Alphentype te rekenen zijn en een mogelijk tot een oudere fase behoort. Dit laatste gebouw is op basis van typologie in de late ijzertijd gedateerd maar een 14C-datering op houtskool uit een van de paalkuilen wijst op een datering tussen 67 en 221 na Chr. (95,4%). Naast de hoofdgebouwen zijn nog 5 bijgebouwen geregistreerd nl. 4 vierpalige en 1 zespalige spiekers. Deze structuren leverden geen vondstemateriaal op. Houtskoolstalen uit een ervan leverde een datering op tussen 172 en 25 voor Chr. (88,3%) waardoor de spieker in de late ijzertijd werd gedateerd. Een 15-tal sporen zijn niet verder te definiëren als kuil. Slechts een ervan is als afvalkuil te benoemen omdat de vulling veel Romeins aardewerk en bouwmateriaal bevatte. Deze kuil is in de vroeg-Romeinse periode gedateerd. Een andere, grotere kuil met wat Romeinse bouwmateriaal in de vulling, is ondanks de geringe diepte van 48cm als mogelijke drenkpoel geïnterpreteerd.
Van de 16 houtskoolstalen uit paalkuilen, zijn er 3 geselecteerd voor een 14C-datering nl. 2 uit de eerste gebouwplattegrond (1 van beide bleek van een te slechte kwaliteit) en 1 uit een spieker. Er gebeurde geen staalname voor pollen- en macrorestenanalyse, noch voor dendrochronologie.
Dwars over het terrein was nog een betonnen constructie aanwezig die tussen beide wereldoorlogen als watervang van de voormalige fabriek A.S.E.D. aangelegd werd. Deze structuur is ook al elders in Willebroek bij graafwerken aan het licht gekomen.