Bij het onderzoek van een proefsleuf die haaks op de veronderstelde Blankenbergse Dijk werd aangelegd werd informatie bekomen over de noordoostelijke afwateringsgracht die bij deze dijk hoorde. Deze gracht was nog in gebruik tot in de 20ste eeuw, was aan het toenmalige maaiveld 4 m breed en minstens 1 m diep. Deze gracht is volgens de onderzoekers opgevuld met de sedimenten van de dijk voorafgaandelijk aan de aanleg van de Expresweg N31. Dit kan de verklaring zijn waarom over het dijklichaam zelf geen informatie is ingewonnen via de proefsleuf.