Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de realisatie van een onderkelderde nieuwbouw en herinrichtingswerken, werd binnen het projectgebied een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd.
Het archeologisch niveau bevond zich op een diepte tussen 51 en 133 cm onder het maaiveld of op een hoogte tussen 14,57 en 15,02 m TAW. Dit verschil in hoogte is te wijten aan het feit dat het terrein dat voorheen uit verharde autostaanplaatsen bestond, op verschillende
plaatsen werd opgehoogd of afgegraven in het verleden.
De bodemprofielen toonden een A/C-bodemsequentie en bodemverstoringen.
In totaal werden er 22 sporen geregistreerd, waarvan zeven paalsporen, vier kuilen, twee greppels, vier verstoringen en vijf natuurlijke sporen. De sporen bevonden zich op een diepte van gemiddeld ca. 97 cm onder het maaiveld. De paalsporen en kuilen zijn op basis van hun aflijning, vulling en de aanwezigheid van recent afval in de nieuwe tot nieuwste tijd gedateerd. De greppelsegmenten zijn te koppelen aan een veldweg en perceelsgrens die zichtbaar is op de historische kaarten. Ze zijn dus ook in de nieuwe tot nieuwste tijd te dateren.
Relevante vondsten zijn niet waargenomen.