In het proefsleuvenonderzoek werden de landschappelijke en bodemkundige data in eerste instantie bevestigd in de bodemprofielen, omdat een groot deel van de laat-Pleistocene en Holocene bodem in de bouwvoor verwerkt is. De bodemprofielen wezen op een afgetopte laat-Pleistocene bodem op de hogere delen van het onderzoeksgebied, een zone met colluviaal materiaal langs de Slijpebeek en een zone met een alluviaal sediment zonder profielontwikkeling in het laagste deel van het onderzoeksgebied.
Verspreid over het terrein werden vijf (houtskool)meilers aangetroffen, die matig bewaard zijn. Op basis van het aardewerk in meiler 17 kunnen deze (onderling zeer gelijkaardige) sporen voorlopig in de late Middeleeuwen gedateerd worden.
Er is sprake van één ogenschijnlijk geïsoleerd crematiegraf, dat voorlopig als een brandrestengraf uit de Romeinse periode kan worden geïnterpreteerd. Deze interpretatie is geschied op basis van de vorm, de oriëntatie, de vulling en de bijmenging van dit grondspoor. Het brandrestengraf bevindt zich in een landschappelijk zeer laaggelegen positie.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: HEMBYSE
Beschrijving:
Er werden vijf (houtskool)meilers aangetroffen, die matig bewaard zijn. Op basis van het aardewerk van een meiler kunnen deze sporen voorlopig in de late Middeleeuwen gedateerd worden.
Beschrijving:
Aan het meest noordelijke uiteinde van een proefsleuf bleek een omvangrijke bodemverstoring aanwezig te zijn. Deze verstoring van de bodem bevond zich op een boogscheut van de restanten van de watermolen in de Slijpebeek.. De Slijpemolen wordt vermeld in 1628 als een kleine korenwatermolen met een molenwerkhuis. Het molengebouw zelf was voorzien van een brugje over de Slijpemolen. Er werd van de brug en het molenhuis nagenoeg niks overblijft, behalve enkele ruïneuze muurrestanten.
Beschrijving:
In een werkput werd een zeer jong lineair grondspoor aangetroffen, waarin een slecht bewaarde ijzeren artilleriehuls, industrieel vervaardigd geelbakkend aardewerk met een tinglazuur en een gevlekte versiering en een slecht bewaard ijzeren kistje werden aangetroffen. Dit kistje deed denken aan eenmunitiekistje In combinatie met de vondsten bestond de hypothese dat het een opgevuld loopgraafsegment kon zijn, daterend in één van de twee wereldoorlogen.
Beschrijving:
In een werkput werd een brandrestengraf uit de inheems-Romeinse periode aangetroffen. Het is afgerond rechthoekig grondspoor, dat houtskool in de bijmenging bevatte. Het grondspoor mat circa 1,4 meter lang en 1 meter breed, met een oriëntatie van de lengteas van noordwest naar zuidoost. In de bijmenging van de vulling, zoals zichtbaar in het vlak, werd enkel houtskool vastgesteld.
Is gerelateerd aan
Stedestraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stedestraat [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/982058 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.