waarneming

De Reep II

archeologisch element
ID
982122
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/982122

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 7233
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

Na een positief proefsleuvenonderzoek werd een deel van het projectgebied geselecteerd voor een preventieve, vlakdekkende opgraving. Deze bracht het erf van een ontginningshoeve uit de 14de en 15de eeuw aan het licht, gelegen in een depressie van de Schijns/Nete.

De bodemprofielen tonen een goed ontwikkeld akkerdek met een dikte van 80 tot 100 cm onder het maaiveld. De oorspronkelijke akkerlaag is er nog bewaard, maar is voor het grootste deel opgenomen in de laag met beddenbouwsporen (17de eeuw). Er zijn geen restanten van een ontginningslaag, hoewel uitschieters van een Bs horizont die diep in de C horizont doordringen, aantonen dat ook hier oorspronkelijk een podzol aanwezig was.
In het verleden moeten er op microniveau meer reliëfverschillen geweest zijn. 

Een aantal van de aangetroffen sporen heeft te maken met de ontginning van het terrein: het inrichten van kleine veldjes binnen rechthoekige contouren. In voorbereiding daarop werd de harde ijzerhoudende bodem diep doorgraven.

Verder zijn er sporen aangetroffen van minstens twee structuren. Van de oudste structuur werden drie middenstijlen teruggevonden. Andere paalkuilen in deze zone kunnen te maken hebben met de binneninrichting of een opvolger van het gebouw. Van een tweede structuur werd enkel een puinlaag teruggevonden, die de zone markeert waar het gebouw heeft gestaan. Een verschil met de vorige fase is het spaarzaam gebruik van baksteen en daktegels. Diepe aardvaste stijlen ontbreken. Enkele kleine kuilen met losse baksteenbrokken vormden een fundering voor stijlen, maar een grondplan is niet te reconstrueren.
Ten noorden en ten oosten van het gebouw liggen twee kuilenclusters die op basis van de hoeveelheid ijzer als activiteitenzones kunnen worden geïnterpreteerd.
Tenslotte werd ook een waterput aangetroffen (WA24) die was opgebouwd uit plaggen. Een karrenwiel met uitgebroken spaken diende als fundering voor de plaggenwand van de put. De natte gebruikslagen van de waterput laten toe onverkoolde organische resten te analyseren. 14C-datering op een eikel uit deze monsters resulteerde in een datering tussen 1296 en 1400.

Een reeks van 25 langwerpige kuilen in rijen met een noord-noordwest-oriëntatie werd gegraven in een zone met een Bs horizont in de zuidoosthoek van het onderzoeksgebied. Om tot een datering te komen van deze sporen zijn er weinig aanknopingspunten. Er zijn geen vondsten. Hypothetisch kan daarom gesteld worden dat dit de eerste pogingen tot grondverbetering zijn geweest, nadat op dezelfde plaats al een in een eerdere poging getracht werd een akkerlaag tot stand te brengen.

In het zuiden bevonden zich zich twee diep geploegde zones in een natuurlijke depressie waard de podzol goed ontwikkeld was. Bij het ploegen werden de E en B horizonten gekeerd maar ook delen van een reeds beakkerde bodem. Deze manier van bodemverbetering dateert dus uit een tweede fase. 

Een aantal grachten vormde de basis van de ontginning en deelde het terrein in in plantsoenen en veldjes maar ook de woonzone.

Het erf werd verlaten in de 16de eeuw waarna de bouwzone werd opgenomen in de akker. Pas van dan af verhoogde het akkerdek geleidelijk.

In een mogelijke bomkrater zijn nog stukken versplinterd metaal teruggevonden.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Fodio bvba

Bomkrater

Typologie: bomkraters
Materiaal: metaal
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Een grotere kuil met metaalsplinters wijst op een explosieve activiteit. Mogelijk een bomkrater. Een datering is echter niet vast te stellen.

Erf ontginningshoeve

Datering: 14de eeuw, 15de eeuw
Typologie: akkerlagen, erven, gebouwplattegronden, hoeven, kuilen, paalkuilen, ploegsporen, vaatwerk, waterputten
Materiaal: aardewerk, metaal
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Vanaf de 14de eeuw ontwikkelde zich een erf in de heide. Een grachtensysteem onderscheidde woon-, akker- en moestuinzones. Er zijn allerlei technieken van landverbetering vastgesteld gaande van diepploegen, het graven van kuilen, het aanleggen van vierkante akkertjes, ... Binnen de woonzone zijn 2 bouwfasen vastgesteld: een houtbouwfase met 3 middenstaanders en een houtbouwfase waarvan de skeletbouw gedragen werd door niet-ingegraven staanders. Een plaggenwaterput met een karrenwiel aan de basis lag op enige afstand van de boerderij in de moestuinzone. De gebruikslagen van de put leverende interessante informatie over de teelt van planten, granen en fruit en de natuurlijke begroeiing. Een tweetal kuilen doet de aanwezigheid van artisanale activiteiten veronderstellen.

Plaggenbodem

Datering: 16de eeuw
Typologie: plaggenbodems
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Na het verlaten van het erf, werd de woonzone opgenomen in de akker en begon het ophogen van de akkerlagen.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De Reep II [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/982122 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.