Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de bouw van een cohousingproject, werd een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd binnen het plangebied.
Het projectgebied bevindt zich volgens de gemeten maaiveldhoogtes tussen 8.69 m en 9,44 m +TAW. Er werd tijdens het proefsleuvenonderzoek een zandleembodem met dikke antropogene humus A-horizont aangetroffen (plaggenbodem) waaronder echter geen verbrokkelde Podzol B-horizont werd
gevonden. Het betreft dus een A/C-bodemprofiel waarbij het laat-pleistocene dekzand meteen onder het plaggendek werd aangetroffen. De top van dit laat-pleistocene dekzand vormt tevens het archeologisch leesbare niveau. In de opgeschoonde bodemprofielen was een plaggendek zichtbaar van 50 tot 70cm dik met onmiddellijk eronder de C-horizont die plaatselijk verstoord was door bioturbatie. Het archeologisch vlak werd bijgevolg aangetroffen op een diepte tussen circa 50 en 70 cm.
Naast een groot aantal recente verstoringen werden enkel natuurlijke sporen waargenomen. Relevante archeologische sporen of vondsten waren niet aanwezig.