is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 7231
Deze aanduiding is geldig sinds
Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een woonverkaveling en een positief vooronderzoek vond binnen het projectgebied een vlakdekkende opgraving van een meerperiodensite plaats.
De bodem binnen het plangebied bestond uit een verploegde A-horizont boven op een lemig zandige of zandlemige C-horizont. Op enkele locaties werd een restant van een B-, een EB- of een overgangsBC-horizont vastgesteld boven op het moedermateriaal. Centraal en in het westen van het plangebied was de bodem sterk gewijzigd door menselijk ingrijpen.
Het bodemarchief omvatte één archeologisch relevant niveau, onmiddellijk onder de bouwvoor. Dit niveau bevond zich tussen + 5,96 m TAW (noorden) en + 4,90 m TAW (zuiden), variërend tussen de 50 en 70 cm onder het maaiveld (+ 6,48 m TAW in het noorden en + 5,58 m TAW in het zuiden).
Na het couperen van de genummerde sporen bleken 283 sporen van antropogene aard te zijn. Onder antropogene sporen worden paalkuilen, kuilen, grachten, greppels, houtskoolmeilers, waterputten, muurwerk, depressies en een restant van een trein- of tramspoor verstaan.
Verspreid over het plangebied werden 13 gebouwplattegronden aangetroffen. Het betreffen alle kleine vier- of vijf-palige structuren die in de metaaltijden gedateerd worden. In de vulling van enkele structuren werd handgevormd aardewerk opgemerkt en één structuur kon aan de hand van koolstofdateringen gedateerd worden in de midden ijzertijd.
Binnen het plangebied werden drie restanten van zogenaamde houtskoolmeilers of kolenbranderskuilen aangetroffen. Ze bevatten geen materiaal maar 2 meilers zijn op basis van hun rechthoekige vorm in de Romeinse periode gedateerd. Een ronde meiler is op basis van 14C-datering ook in de Romeinse periode gedateerd.
Enkele greppels zijn in de late middeleeuwen te situeren op basis van het aangetroffen vondstenmateriaal. In het zuiden van het onderzoeksgebied was een greppelcomplex waar te nemen dat mogelijk geïnterpreteerd kan worden als perceelsafbakening.
Verspreid binnen het onderzoeksgebied werden enkele waterhoudende structuren aangetroffen die in de nieuwe tijd gedateerd worden o.a. een gracht zonder vondsten die de perceelsgrens tussen twee boerderijen lijkt vormen en een depressie in de zuidoostelijke hoek van het terrein die een pakket roodbakkend geglazuurd aardewerk en faience bevatte.
Uit de nieuwste tijd dateren een aantal muurresten in het zuidelijke deel van het terrein. Verschillende structuren worden in verband gebracht met 18de-, 19de- of 20ste-eeuwse bebouwing aan de Schaafstraat. Het gaat om bakstenen kelderstructuren, beerbakken, waterputten, ...
In het noorden van het plangebied werd een restant aangetroffen van een vermoedelijke tram- of treinspoorweg met NW-ZO oriëntatie. De
structuur was opgebouwd uit twee parallelle greppels met daartussen smalle dwarsliggers. Het had een breedte van ongeveer 4,50 m. Het is aannemelijk dat de spoorbedding in verband te brengen is met het nabijgelegen Fort van Breendonk, opgericht in het begin van de 20ste eeuw.
In het zuiden van het onderzoeksgebied werd een vermoedelijke restant van een schuilhut of schuttersput met bankje uit WO II aangetroffen. In de kuil bevond zich materiaal in situ wat eventueel een militaire context kan hebben, o.a. potten, pannen, een bierfles die voor 1932 te dateren is, een conservenblik, een nagel, een fragment van een zaklantaarn en een fragment van een tandenborstel.
Auteurs: Vander Cruyssen, Margot
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: BAAC Vlaanderen bvba
Beschrijving:
In de nieuwe tijd, meer bepaald de 18de, 19de en 20ste eeuw, werden verschillende bakstenen woningen opgetrokken aan de Schaafstraat. Deze werden in de 20ste eeuw (zie verder) ook grotendeels weer afgebroken maar ondergrondste structuren van bakstenen kelders, beerbakken, waterputten bleven bewaard.
Meer noordelijk is een watervoerende gracht geregistreerd en in de zuidoostelijke hoek een depressie die een pakket roodbakkend geglazuurd aardewerk en faience bevatte.
Beschrijving:
Het gaat om 13 vier- tot vijfpalige structuren die verspreid over het terrein verspreid waren. Ze hadden alle een NNO tot ZZW oriëntatie of waren NNW tot ZZO georiënteerd.
Graankorrels uit de bemonsterde paalkuilen bevatten o.m. bedekte gerst en haver. Ze leverden een 14C-datering op in de midden tot late ijzertijd. Enkele paalkuilen bevatten scherven handgevormd aardewerk.
Beschrijving:
Verspreid binnen het terrein werden drie houtskoolmeilers aangetroffen waarvan één met ronde vorm op basis van een koolstofdatering (takje) in de Romeinse periode gedateerd werd. Beide andere zijn op basis van hun rechthoekige vorm in de Romeinse periode gedateerd. De aanwezige houtskool betrof uitsluitend eik.
Beschrijving:
Schuttersputje met bankje.
Beschrijving:
Een oude trein- of tramspoorbedding in het noorden van het plangebied wordt verbonden met de bouw van het Fort van Breendonk in het begin van de 20ste eeuw.
Is gerelateerd aan
Fort van Breendonk
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Schaafstraat 127 [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/982440 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.