In kader van een verkaveling werd een archeologisch onderzoek uitgevoerd, nadat een prospectie met ingreep in de bodem door middel van proefsleuven aangetoond had dat een opgraving aangewezen was. Het onderzochte terrein had een oppervlak van ca. 7900m². In totaal werden drie oost-west georiënteerde werkputten aangelegd voor de vlakdekkende opgraving.
De archeologische opgraving heeft in totaal 336 sporen opgeleverd. Het gaat om 206 paalkuilen, 26 kuilen, 2 waterputten, 3 waterkuilen, 53 gracht- en greppelsegmenten alsook 41 natuurlijke sporen en 5 verstoringen. Hierbij is een meerfasige nederzetting uit de Romeinse periode te onderscheiden. Voor de Romeinse periode gaat het om de archeologische resten van enkele hoofdgebouwen, bijgebouwen, kuilen, paalsporen, grachten en greppels, waterputten en waterkuilen. Voor de Romeinse periode kan een chronologie opgemerkt worden, waarbij een duidelijke fasering kan worden herkend. Voor de periode volgend op de Romeinse periode ontbreekt het aan informatie. Vermoedelijk neemt de natuur terug de voorhand. Het is vanaf het einde van de 17de eeuw dat opnieuw activiteit plaatsvindt binnen het plangebied. Een post-middeleeuwse gracht is vastgesteld, die tot de vroege 20ste eeuw nog in gebruik was. Tot slot konden centraal binnen het plangebied nog enkele muurresten opgemeten worden. Deze konden in de 20ste eeuw geplaatst worden. Vermoedelijk gaat het om de fundering van een gebouw horende bij de Tricoja fabriekspanden.
Het archeologisch onderzoek heeft in totaal 155 vondsten en 59 monsters opgeleverd. De monsters betreffen 31 bulkstalen, 15 houtstalen en 13 pollenbakken. De vondsten onderscheiden 1701 potscherven, 2 fragmenten uit bouwkeramiek en verbrande leem, 1 glasfragment, 9 fragmenten van metalen voorwerpen, resten van leren schoenen en 11 fragmenten uit natuursteen. Met behulp van een metaaldetector zijn volgende vondsten gedaan: een musketkogel, een versierd fragment van tinnen lepel, vier recente munten en een kogelhuls.
Er zijn stalen genomen met het oog op dendrochronologisch onderzoek. Daarnaast werd ook een bulkstaal genomen voor een archeobotanische analyse van macroresten en pollenbakken werden verzameld voor het palynologisch onderzoek.
Auteurs: Demeulenaere, Eline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: MONUMENT - VANDEKERCKHOVE
Beschrijving:
Het gaat over bewoningssporen uit de Romeinse tijd. Het betreft hoofdzakelijk paalkuilen, kuilen, grachten en greppels, die verspreid aangetroffen
zijn over het plangebied. Hoofdgebouwen en bijgebouwen en waterputten konden herkend worden. Romeins aardewerk werd aangetroffen.
Beschrijving:
Tot slot konden centraal binnen het plangebied nog enkele muurresten opgemeten worden. Deze konden in de 20ste eeuw geplaatst worden. Vermoedelijk gaat het om de fundering van een gebouw horende bij de Tricoja fabriekspanden.
Beschrijving:
Een post-middeleeuwse gracht is vastgesteld, die tot de vroege 20ste eeuw nog in gebruik was.