Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een woonverkaveling, vond binnen het plangebied een archeologisch vooronderzoek plaats. Dit bestond uit een landschappelijk booronderzoek en een proefsleuvenonderzoek. 

Het plangebied is gelegen op een hoger gelegen dekzandrug met in de directe omgeving verscheidene kleine rivieren en beken.

Uit het landschappelijk bodemonderzoek is gebleken dat er nergens een podzol is bewaard gebleven. Het plaggendek met een dikte van 55 tot 95cm, is wel overal onderscheiden. Met uitzondering van 1 boring met verstoorde kern, vertonen alle boringen een AC-bodemprofiel.

Dezelfde bodemopbouw is vastgesteld in de 9 bodemprofielen die in de proefsleuven zijn aangelegd. 

In de 24 sleuven zijn in totaal 182 sporen geregistreerd. De sporen betreffen voornamelijk paalkuilen, kuilen en greppels. Er zijn bij de aanleg van de uitbreidingen echter geen structuren zoals plattegronden van gebouwen of bijgebouwen aangetroffen. Wel zijn drie palenrijen vastgesteld. Door het ontbreken van diagnostisch materiaal kan geen nauwkeurige datering gegeven worden. Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn 33
vondstnummers uitgedeeld, waarvan 14 in de vulling van een spoor en 19 op de overgang van de oudste Ap-horizont naar de C-horizont. Een enge datering van de vondsten kon echter niet altijd bekomen worden door de sterke mate van fragmentatie en een gebrek aan diagnostische kenmerken. Op basis van aflijning, kleur én de aanwezigheid van gedateerde sporen op de aanpalende percelen, lijkt het te gaan om een bewonings-of gebruiksfase uit de metaaltijden en/of Romeinse periode. Ook is een spoor aangetroffen dat in verband kan gebracht worden met begraving. 

In totaal zijn 33 vondstnummers uitgedeeld. Het merendeel van de scherven is handgevormd. Ze zijn toe te schrijven aan de metaaltijden of Romeinse periode. Daarnaast zijn echter ook drie scherven gedraaid aardewerk teruggevonden die met zekerheid aan de Romeinse periode zijn toe te wijzen. Eén fragment betreft een wandscherf in terra sigillata. Vier scherven behoren tot de periode van de late middeleeuwen tot de nieuwste tijd.