Naar aanleiding van een nieuwbouw met ondergrondse parkeergarage en na een positief vooronderzoek werd een archeologische opgraving uitgevoerd. Het onderzoeksgebied heeft een oppervlakte van ca. 730 m2. De op te graven zone zelf werd in één werkput en één vlak opengelegd.

In de zuidelijke helft van het opgegraven terrein werd een noordwest-zuidoost georiënteerde en vrij brede en stevige bakstenen muur opgegraven. Ten zuiden van deze muur situeert zich bebouwing met (kelder)ruimtes; ten noorden werden structuren aangetroffen die aan achtererven gerelateerd zijn. Op de achtererven werden enkele beerputten, twee houten kuipen en één bakstenen waterput aangetroffen. In het noordoosten van het terrein werd één vrij fragmentair bewaard skelet opgegraven.

Onder de vondsten bevonden zich de materiaalcategorieën glas, ceramiek, bouwceramiek, metaal en dierlijk bot.

Op basis van de projectie van de aangesneden gebouw- en structuurresten op cartografisch materiaal en het aangetroffen vondstmateriaal kunnen de resten gefaseerd in de periode vanaf de late 18de eeuw tot het begin/midden van de 20ste eeuw gesitueerd worden. Het lijkt om gewone woon/handelspanden te gaan. Er zijn alleszins geen aanwijzingen voor andere specifieke (ambachtelijke of industriële) activiteiten.