Bij proefsleuvenonderzoek naar aanleiding van een verkavelingsaanvraag werden in het centrale en zuidelijke deel van het plangebied verschillende nederzettingssporen aangetroffen. Eén greppel is geregistreerd, verschillende paalkuilen en kuilen die ovaal, langwerpig of rechthoekig zijn. Het handgevormde aardewerk duidt op een datering in de metaaltijden maar het vondstenenemble bevat ook wielgedraaid aardewerk dat verwijst naar een datering in de vroege middeleeuwen. De site sluit aan bij de reeds onderzochte deel van de verkaveling. Sporen van begraving zijn nog niet aangetroffen maar kunnen wel voorkomen.
Een aantal sporen kan gelinkt worden aan de wereldoorlogen. Het gaat om kuilen en zeer diepe paalkuilen maar ook de vondst van gasmasker, schoenen, ... wijzen in de richting van WO I-erfgoed.

Bij de opgraving werden verspreid over het terrein (binnen een drietal kleine clusters) sporen uit de metaaltijden gevonden. Deze sporen lijken te interpreteren als bewoningssporen, maar omvatten geen gebouwstructuren.

De Romeinse periode leverde twee brandrestengraven op en de resten van een laat-Romeins erf (hoofdgebouw, bijgebouw, waterput). Het hoofd- en bijgebouw lijken op typologische gronden te dateren in de laat-Romeinse periode. Het hoofdgebouw is onder te verdelen bij het type Wijster A, wat een Germaanse invloed weerspiegelt. Dit gebouw is voorzien van een mogelijke uitbreiding of toevoeging. Een greppel werd rond de structuur uitgegraven. Het bijgebouw toont overeenkomsten met hutkommen uit diezelfde periode, maar van een eigenlijk uitgraving die die kan bevestigen werden geen concrete bewijzen gevonden. De brandrestengraven maken geen deel uit van een geclusterd grafveld, maar werden waarschijnlijk eerder verspreid in het landschap bijgezet. Ze lijken geen rechtstreeks verband te hebben met andere sporen. Waarschijnlijk zijn deze funeraire contexten ook de enige sporen uit de middenfase van de Romeinse periode.

Uit de fase van WOII werden verspreid over het terrein enkele sporen en vondsten geregistreerd. Deze behoren mogelijk eerder tot off-site fenomenen. Het gaat bijvoorbeeld om een opstelling om geallieerde invasies vanuit de lucht te beletten.