Op basis van het proefsleuvenonderzoek kan gesteld worden dat het gehele projectgebied ernstig verstoord werd in de gebruiksperiode als rangeerstation. De enige restanten die mogelijk in aanmerking konden komen als archeologisch relevant waren enkele grachten die nog tot in de tweede helft van de 19de eeuw in gebruik bleven en die duidelijk zichtbaar zijn op de 19de-eeuwse kaarten. Oudere, archeologisch relevante sporen werden nergens waargenomen. Hoewel dit mogelijk verklaard kan worden door de hoge mate van verstoring, kan niet uitgesloten worden dat het gaat om een historische realiteit. Omwille van het gebrek aan archeologisch relevante sporen en een hoge mate van verstoring kan gesteld worden dat binnen het projectgebied geen sprake is van een waardevolle archeologische site.