Tijdens het handmatig graven van een smalle sleuf voor een gasleiding ontdekte men 61 munten bewaard in een kruikje. Het potje bevond zich in het esdek nabij een oude fundering met handgevormde bakstenen met volgende afmetingen: 22 x 11 x 5 cm.

De munten waren verzameld in een klein kruikje (8,3cm) uit rood aardewerk met een weinig naar buitenstaande rand, een licht uitgeknepen bodem op standring en een worstoor. De oppervlakte is grotendeels bedekt door loodglazuur.

Het depot was samengesteld uit munten van Filips de Schone (1482-1506), Karel V (1506-1555) en Filips II (1555-1598), en tenslotte en halve rijksdaalder van Maximiliaan II (1564-1576), geslagen in Aken.

Het geheel kan geïnterpreteerd worden als het depot van een eerder bescheiden spaarder die munten selecteerde uit de geldomloop op basis van waarden tot min.1∕5 daalder. Hierbij waren kwaliteit en gewicht blijkbaar niet van groot belang.