Vier proefputten op een terrein van 1300m² bestemd voor woningbouw gaven inzicht in de menselijke activiteiten op de noordelijke flank van de Blandijnberg. De sporen omvatten 27 kuilen, 26 lagen en 12 muren (of muurresten). Het aanwezige aardewerk maakte het mogelijk de sporen in een tijdskader te plaatsen.
In het noodwestelijk en westelijk deel van het terrein werd een mogelijke cultuurlaag vastgesteld. Deze laag getuigt van het gebruik van het terrein als landbouwgrond rond de 12de – 13de eeuw op basis van het aangetroffen aardewerk.
Aan de hand van de 4 proefputten kon de aanwezigheid van menselijke activiteiten vanaf deze periode binnen het plangebied worden geattesteerd. Het gaat hierbij om grondsporen (kuilen, lagen en grachten), alsook om recenter muurwerk. De aanwezige grachten komen hoogstwaarschijnlijk overeen met een tweede fase van bewoning in de geschiedenis van het gebied, namelijk de opdeling van het landschap in percelen door middel van perceelsgrachten vanaf de 14e eeuw. De aangetroffen muurresten lijken een jongere datering te kennen.
Auteurs: Zeebroek, Inge
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Beschrijving:
Deze cultuurlaag dateert op basis van de aanwezigheid van grijs en rood aardewerk in de 13de eeuw.
Beschrijving:
In drie van de vier proefputten kwamen omvangrijke oost-west geöriënteerde grachten aan het licht. De breedte van de structuren schommelt tussen de 0,9m en 1,8 meter. Het aanwezige vondstmateriaal omvatte grijs, roodbakkend aardewerk en soms steengoed. Op basis van dit materiaal worden de grachten in de 15de eeuw gedateerd. Ook bouwmaterialen en dierlijk bot waren vaak aanwezig.
Beschrijving:
Via metaaldetectie werden een aantal metalen voorwerpen gevonden.
Het gaat om
- een 19de-eeuwse munt
- een ongedetermineerde munt die op basis van stijl in de volle/late middeleeuwen wordt geplaatst
- een bronzen (?) kruisje
- een versierd en geplooid loden voorwerp
- een schoengesp uit volle/late middeleeuwen
Beschrijving:
Diverse kuilen kwamen voor in alle proefputten. De oudste bevatten materiaal uit de 13de eeuw. Een tweede groep wordt vooral in de 15de eeuw gedateerd.