Om inzicht te krijgen in de bodemopbouw en het potentieel op aanwezigheid van steentijd artefactensites te onderzoeken, werd eerst een landschappelijk booronderzoek uitgevoerd. Op basis van de resultaten van het landschappelijk booronderzoek, bleek de kans op de aanwezigheid van nog intacte steentijd artefactensites klein. De kans op het aantreffen van sporensites was nog wel aanwezig. Aansluitend op het landschappelijk booronderzoek werd vervolgens een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden geen archeologische sporen aangetroffen. Het terrein bleek reeds verstoord door het bewerken en ploegen van de ondergrond. De oorspronkelijke bodemopbouw is daardoor volledig verdwenen en lokaal is de top van de C-horizont verstoord door recente tuinbouwactiviteiten. Er werden geen vondsten aangetroffen tijdens het proefsleuvenonderzoek.
Auteurs: Hertoghs, Sarah
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)