Om inzicht te krijgen in de bodemopbouw en het potentieel op aanwezigheid van steentijd artefactensites te onderzoeken, werd eerst een landschappelijk booronderzoek uitgevoerd. Op basis van de resultaten van het landschappelijk booronderzoek, bleek de kans op de aanwezigheid van nog intacte steentijd artefactensites klein. De kans op het aantreffen van sporensites was nog wel aanwezig. Aansluitend op het landschappelijk booronderzoek werd vervolgens een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden geen archeologische sporen aangetroffen. De sporen beperken zich tot een nutsleiding, enkele afvalkuilen uit de 21ste eeuw en een natuurlijk spoor. In de nabijheid van het natuurlijke spoor werden enkele handgevormde scherven aardewerk gevonden. Deze dateren mogelijk uit de ijzertijd.