Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een woonverkaveling, vond binnen het plangebied een archeologisch vooronderzoek plaats in de vorm van een landschappelijk booronderzoek.
Het landschappelijk booronderzoek wees uit dat de vijf verschillende boorlocaties een min of meer gelijkaardige bodemopbouw hebben. Zo dekt een donkerzwarte A-horizont telkens een lichtgrijze zandige, fluviatiele C-horizont af (A/C-profiel). Op geen van de vijf boorlocaties werd de aanwezigheid van een B-horizont vastgesteld. De oorspronkelijke A- en B-horizont lijkt ter hoogte van het onderzoeksgebied niet ontwikkeld, verploegd en/of afgegraven en
vervangen te zijn door van elders aangevoerde grond. Hierbij werd mogelijk een deel van het dekzand weggeploegd of afgegraven. De diepte van de A-horizont varieerde tussen de 35 en 63 cm onder het maaiveld.