waarneming

Laardijk

archeologisch element
ID
982824
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/982824

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 7649
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

Naar aanleiding van de aanleg van een ondergrondse hoogspanningsverbinding en een positief archeologisch vooronderzoek, vond binnen 5 geselecteerde zones van het lijntraject een vlakdekkende opgraving plaats. Dit onderzoek bracht sporen aan het licht uit de metaaltijden, Romeinse tijd en middeleeuwen.

De ondergrond bestaat uit rivierafzettingen op dekzanden. In het algemeen de bodemprofielen kleiige A-horizonten, en in enkele gevallen nog een zandige oude akkerlaag, bovenop de geelgrijze C-horizont. Een lengteprofiel in een van de werkputten vertoonde verschillende kleilagen met daaronder een veenlaag en gereduceerd grover zand (Uep). Deze lagen zijn ook waargenomen in delen van werkputten die dicht bij de beek gelegen zijn.

Tijdens de opgraving zijn in totaal 661 sporen geregistreerd. Ze kunnen voornamelijk worden toegewezen aan twee perioden: de metaaltijden en de Middeleeuwen. Daarnaast zijn er nog enkele houtskoolmeilers uit de Romeinse periode aanwezig en zijn er diverse greppels opgetekend uit de Nieuwe
tijd. De conservering van de sporen was goed. Over het algemeen tekenden de sporen zich duidelijk af in het vlak.

Sporen uit de metaaltijden zijn in elke zone waargenomen. Meestal betreft het kuilen maar in 1 zone is ook een waterput aangetroffen. Een aantal paalsporen is te linken aan een bijgebouw en spiekers. Huisplattegronden zijn niet aangetroffen. De datering gebeurde op basis van het aardewerk dat enerzijds in de overgang late bronstijd - vroege ijzertijd te situeren is en anderzijds in de vroege ijzertijd. Een opeenvolging van de bewoning is dus zeker mogelijk. 

In drie zones zijn (vermoedelijk) sporen van Romeinse aanwezigheid aangetroffen. Een greppel, zespostenspieker en een kuil zijn in de Romeinse periode geplaatst op basis van vondsten, stratigrafie of type grondplan. Verder is binnen 3 zones telkens 1 houtskoolmeiler geïdentificeerd waarvan er 1 door middel van 14C gedateerd is tussen 70 en 220 na Chr. Bewoningssporen waren niet aanwezig.

Verreweg de meeste sporen in de onderzoekszones zijn de dateren in de middeleeuwen. Op basis van het aardewerk zijn de sporen te plaatsen in de late Karolingische periode tot ongeveer 1150 tot 1200. Merovingische sporen zijn niet aanwezig. De zones leverden een variatie aan gebouwplattegronden op waaronder meerdere overlappende bootvormige huisplattegronden en diverse types bijgebouwen. Daarnaast zijn vele kuilen en een groot aantal greppels opgetekend. Twee structuren lijken als veekraal geïnterpreteerd te kunnen worden. In sommige zones was een erfopbouw zichtbaar. Opvallend is de grote hoeveelheid bouwkeramisch materiaal dat als dakbedekking en plavuizen beschreven is.

In zones 1 en 3 zijn greppels uit de nieuwe tijd aangetroffen waarvan sommige op historisch kaartmateriaal zijn terug te vinden en dus als perceelsgreppels te interpreteren zijn.

Palynologisch onderzoek en macrorestenonderzoek van de verschillende stalen laten toe een reconstructie te maken van het landschap en de landbouwactiviteiten tijdens de verschillende occupatiefasen. Ook het veen onderaan de beekvulling werd bemonsterd.

 


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: VLAAMS ERFGOED CENTRUM bvba (VEC)

Metaaltijden

Datering: late bronstijd, vroege ijzertijd
Typologie: bijgebouwen, kuilen, paalsporen, vaatwerk, vierpostenspijkers, voorraadkuilen, waterkuilen, waterputten
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Het noord-zuid gerichte bijgebouw (4,1 bij 3 m) heeft een ongebruikelijke constructie en ligt ten oosten van een kuilencluster waardoor het mogelijk als overdekte werkruimte te interpreteren is. In dezelfde zone zijn 5 vierpostenspiekers geregistreerd. Verder zijn verspreid over de vijf zones 15 kuilen opgetekend die voor een deel als afvalkuil benut zijn geweest maar waarvan de primaire functie onbekend bleef. Mogelijk staan ze deels in verband met ambachtelijke activiteiten. Twee andere kuilen zijn mogelijk gebruikt als waterkuil terwijl 1 kuil op basis van de vorm als silo te interpreteren is. Een van de kuilen was eerder klein en vrijwel volledig gevuld met aardewerk waaronder een bewust gedeponeerde pot. Een waterput met een bekisting van verticale houten staken van els en hazelaar (zonder vlechtwerkverbinding) bevond zich in dezelfde zone als het bijgebouw en de spiekers.

Nieuwe Tijd

Datering: nieuwe tijd
Typologie: greppels, perceelsgreppels
Gebeurtenis:

Romeinse periode

Typologie: greppels, kuilen, meilers, zespostenspijkers
Gebeurtenis:

Beschrijving:
In zone 1 zijn zowel de zespostenspieker, greppel als kuil waargenomen. De spieker lag parallel aan de greppel en had een bijzondere opbouw. Mogelijk betreft het een kleine werkplaats. De kuil lag op 1,4 m voor de spieker maar bevatte geen vondsten. De greppel heeft een noordwest-zuidoost oriëntatie en was nog 28 m te volgen.
In zones 1, 3 en 5 is telkens 1 rechthoekige houtskoolmeiler aangetroffen waarvan de afmetingen onderling verschilden. Twee van de meilers bevatten enkel eik, de derde meiler enkel els. Eén meiler is door middel van 14C in de periode 70 tot 220 na Chr. gedateerd.

Volle middeleeuwen

Datering: Karolingische periode, volle middeleeuwen
Typologie: afwateringsgreppels, bijgebouwen, erven, greppels, karrensporen, kuilen, paalkuilen, vaatwerk, veekralen, woonstalhuizen (archeologisch erfgoed)
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
In totaal zijn 9 bootvormige huisplattegronden opgetekend waarvan meerdere elkaar overlappen en dus aan verschillende bewoningsfasen toe te wijzen zijn. Daarnaast zijn 6 vierpostenspiekers, een vijfpostenspieker, een rond bijgebouw alsook 2 cirkelvormige greppelstructuren die als hooimijt geïnterpreteerd werden. Zo'n 14-tal kuilen zijn aan de middeleeuwen toe te schrijven. Een smalle en ondiepe greppel die een ovaalvormig terrein afbakent is wellicht te interpreteren als veekraal. Andere greppels lijken eerder erfgreppels en/of afwateringsgreppels te zijn geweest. In het noordwestelijk deel van het zuidelijke woonerf zijn karrensporen herkend. De fasering van de erfopvolging gebeurde aan de hand van aardewerkvondsten en de typologie van de plattegronden.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Laardijk [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/982824 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.