Tijdens het proefsleuvenonderzoek werd slechts een beperkte hoeveelheid archeologische sporen aangetroffen. Het gaat hierbij om verschillende gracht- en greppelsegmenten. In een gracht werd werd een wandscherf in grijs aardewerk en een fragment van een geglazuurde tegel gevonden. Op basis hiervan werd dit spoor grofweg in de middeleeuwen gedateerd. Één greppel kan geïnterpreteerd worden als een drainagegreppel en kan op basis van de vulling, ligging en de scherpe aflijning van het spoor geplaatst worden in de nieuwe - nieuwste tijd. De resterende sporen zijn met een zeer grote waarschijnlijkheid in de middeleeuwen te dateren. Dit op basis van de vulling (samenstelling, kleur) en/of ruimtelijk verband. Vermoed wordt dat de aangetroffen sporen dienen gezien te worden als perceelsgrenzen en dat het projectgebied vermoedelijk vanaf de middeleeuwen in cultuur gebracht werd.