Het onderzoeksgebied is binnen het voormalige kerkhof rond de Sint-Jacobus De Meerdere-Kerk te Haasdonk gelegen.
Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek werd een proefputtenonderzoek uitgevoerd. Tijdens het onderzoek werden 4 kistbegravingen en een kuil met los bot aangetroffen. De kistbegravingen tonen tekenen van een geplande organisatie met een regelmatige tussenafstand tussen elk graf. Het gaat telkens om een volwassen personen die met hun hoofd naar het westen en hun voeten naar het oosten begraven zijn. Op basis van de aanwezigheid van plastieken knoopjes en de bewaring van haar, is de kans groot dat deze graven uit de laatste fasen van het kerkhof dateren. Het kerkhof zou in gebruik zijn geweest tot 1926.
De vondsten bestaan uit menselijk botmateriaal, metaal, glas en plastiek. De metalen voorwerpen zijn voornamelijk kistnagels. Daarnaast werden aan het hoofd van een individu tevens vier metalen pinnen gevonden. Gezien hun locatie en de aanwezigheid van haar, werden deze als haarpinnen geïnterpreteerd.