Tijdens het uitgevoerde proefsleuvenonderzoek werden 46 antropogene sporen aangetroffen. Het gaat hierbij om grachten en greppels, kuilen, een paalkuil en 2 hooioppers. De grachten en greppels kunnen voor een groot deel gelinkt worden aan gekende perceelsgrenzen. Deze zijn vaak vandaag ook nog terug te vinden op de GRB-kaart, alsook op de Atlas der Buurtwegen uit ca. 1840. De kuilen zijn vermoedelijk in verband te brengen met recente(re) activiteiten binnen de onderzochte zones. De 2 hooioppers moeten gezien worden als bewijs van het feit dat er binnen deze zones aan landbouw werd gedaan. Vondsten of andere sporen die duidelijk wijzen in de richting van bewoning werden niet aangetroffen.