Naar aanleiding van de bouw van een meergezinswoning met ondergrondse parking en de bouw van zes eengezinswoningen, werd een landschappelijk bodemonderzoek en een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd.

Uit het landschappelijk bodemonderzoek blijkt een matige tot goede bewaring van het bodemarchief. Er werden restanten van een BC-horizont aangetroffen en plaatselijk was nog een dunne Bs-horizont aanwezig. Het lijkt er op dat de podzol beter bewaard gebleven is op de lager gelegen delen van het terrein die opgehoogd werden en ter hoogte van natuurlijke sporen. Op basis van de vastgestelde bewaring van de natuurlijke aardkundige eenheden op het terrein blijkt dat het onderzoeksgebied een laag potentieel op goed bewaarde steentijd artefactensites kent.

Proefsleuvenonderzoek geeft aan dat op het terrein voornamelijk archeologische sporen aanwezig zijn uit de nieuwe tot de nieuwste tijd, met de nadruk op de nieuwste tijd. Ze zijn te relateren aan de recente bebouwing, landindeling en landbewerking. In totaal werden 32 sporen geregistreerd, waarvan twaalf spitsporen, vier kuilen, zeven verstoringen, acht greppels en één gracht. De spitsporen worden op basis van hun kenmerken gedateerd in de nieuwe tot de nieuwste tijd. In totaal werden vier kuilen geregistreerd. Het gaat om rechthoekige sporen met een grijze gevlekte kleur en een duidelijke aflijning. De kuilen worden gedateerd in de nieuwste tijd. De greppels worden geïnterpreteerd als perceelsgrenzen waarin twee fasen herkend kunnen worden. De noord-zuid gerichte greppels zijn wellicht jonger dan die met een noordoost-zuidwest oriëntatie. De greppels kunnen niet gelinkt worden aan perceelsgrenzen op historische kaarten. Ze zijn dus wellicht ouder dan de nieuwste tijd. Door hun vulling en de duidelijke aflijning plaatsen we de greppels in de nieuwe tijd. Het fragment rood geglazuurd aardewerk uit een van de greppels ondersteunt deze datering. Er werd één gracht vastgesteld tijdens het vooronderzoek. De gracht is duidelijk afgelijnd, donker bruingrijs van kleur en is noordwest-zuidoost georiënteerd. De locatie van de gracht komt ruwweg overeen met de perceelsgrens die te zien is op de historische kaarten vanaf de Atlas der Buurtwegen (1841) en ook de oriëntatie is dezelfde. De gracht wordt daarom gedateerd in de nieuwste tijd. Het uitgevoerde archeologische vooronderzoek toonde aan dat er geen relevante archeologische vindplaats aanwezig is op het terrein.