Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor infrastructuurwerken en nieuwbouw op een bestaande site en na een landschappelijk en archeologisch booronderzoek werd binnen een geselecteerde zone een proefsleuvenonderzoek georganiseerd. 

De geregistreerde bodemprofielen bevestigden een grotendeels aangetast bodemarchief bestaande uit deels of volledig afgetopte/vermengde podzolbodems. Dat was duidelijk gelinkt aan de vroegere bosbouwwerken tijdens welke de noord-zuid lopende rabatten opgericht werden. De
beplanting met dennen en verschillende loofbomen zorgde voor het ontstaan van een zeer dicht wortelnetwerk dat het bodemarchief ernstig beschadigde. Het centrale gedeelte van het onderzoeksgebied vertoonde een A/C-profiel. De natuurlijke bodemopbouw was het best bewaard in de uiterst westelijke en noordwestelijke hoek van het plangebied. Een E-horizont was echter niet aanwezig. In de noordwestelijke hoek werd de aanwezigheid van kleine duinen niet alleen in het landschap maar ook in het profiel bevestigd.

Het bodemarchief omvatte één archeologisch relevant niveau, meestal onmiddellijk onder de bouwvoor. Dit niveau bevond zich tussen + 24,20 m TAW en + 25,80 m TAW (ca 0,3 tot 0,8 m –mv). Met name het centrale deel van het plangebied ligt veel lager, daar waar de bodem duidelijk werd
afgetopt.

Er werd tijdens het proefsleuvenonderzoek een spoor aangetroffen nl. een greppel, die perfect samen bleek te vallen met de perceelsgrens. Daarnaast werden vooral natuurlijke vlekken en recente vergravingen vastgesteld. Deze laatste categorie werd opgedeeld in vier categorieën: greppels van het rabattensysteem, ploegsporen, verstoringen door uitgetrokken boomstronken en niet verder gedefinieerde recente verstoringen.

Vondsten zijn niet vastgesteld.