Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 41 fragmenten van greppels en grachten aangesneden. De meeste van deze greppels en grachten zijn toe te wijzen aan de percellering uit de nieuwe en nieuwste tijd.

Enkele bomkraters en resten van munitie zijn te dateren in de Eerste Wereldoorlog, op basis van de luchtfoto’s gaat het voornamelijk om sporen van Belgische artilleriebeschieting te dateren rond de Derde Slag om Ieper. Het gaat om enkele grotere bomkraters aangevuld met meerder kleine, ondiepe.

Slechts twee sporen zijn mogelijk van enige relevante ouderdom. Het betreft een geïsoleerde greppel zonder duidelijk daterend of structureel element en een geïsoleerd brandrestengraf uit de Romeinse periode. Op basis van een ruim aangelegd kijkvenster rondom het aangetroffen brandrestengraf kon echter geen afbakening of aanwijzing voor een grafveld of overige brandrestengraven worden aangetroffen. 

Tot slot werden er nog 17 sporen aangetroffen die niet te definiëren waren. Deze werden als ‘kuil’ geregistreerd. Deze zijn vermoedelijk als post-middeleeuws te dateren. Het gaat vermoedelijk om geïsoleerde sporen, mogelijk van agrarische activiteit. Wegens gebrek aan vondstmateriaal of enige structuur vallen deze sporen niet verder te interpreteren.