Op vindplaats 5 zijn een aantal langwerpige kuilen aangetroffen die gelinkt kunnen worden aan agrarische activiteiten: vlasrootkuilen.

In kernzone a werd veel vondstmateriaal aangetroffen (o.a. 2357 scherven aardewerk van ongeveer 250 individuele stukken aardewerk). Ook in het vooronderzoek werd al vastgesteld dat er veel vondsten aanwezig waren in de sporen. Dit is maar een deel van het oorspronkelijk aardewerk dat aanwezig moet zijn geweest op het laat-middeleeuws erf. Eén van de mogelijke verklaringen is dat al het aardewerk afkomstig is van de plaatselijke bewoning. Er dient echter ook rekening mee gehouden te worden dat een (groot) deel van de vondsten door de aanvoer van stadsmest op het erf terecht gekomen zijn. Het is bekend dat de aanvoer van stadsmest belangrijk was voor de intensieve landbouw. In de late middeleeuwen was er al een drukke handel in meststoffen. Het vervoer gebeurde voornamelijk langs de vele waterwegen. Vooral voor vlas en hop waren de meststoffen belangrijk. 

Wat opvalt is de grote hoeveelheid greppels die zowel bij de opgraving als het proefsleuvenonderzoek zijn waargenomen ter hoogte van de laat - postmiddeleeuwse zones.