is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 8676
Deze aanduiding is geldig sinds
Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor sloopwerken en het inrichten van een nieuwe woonverkaveling, vond binnen het plangebied een archeologisch vooronderzoek plaats in de vorm van een landschappelijk booronderzoek en een proefsleuvenonderzoek.
De boorresultaten wezen maar 1 bodemprofiel aan. Over het hele terrein is te spreken van een A-C profiel wat wijst op een sterke beploeging in het verleden. Er werd een zandbodem aangetroffen in alle boringen. Tijdens het landschappelijk booronderzoek werden geen antropogene sporen aangetroffen.
Het noorden tot het noordwesten van het terrein ligt lager dan het zuiden tot het zuidoosten.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek is vastgesteld dat het archeologisch niveau zich bevond op een diepte tussen 39 en 89 cm onder het maaiveld of op een hoogte tussen 6,46 en 7,32 m TAW. De gaafste bodemprofielen werden geregistreerd in het zuidoosten van het onderzoeksgebied. Het gaat om een Ah-Ap1-Ap2-A/B-Cg bodemprofiel. Naar het noordwesten toe is de bodemopbouw geïmpacteerd door de voorheen aanwezige bebouwing en verharding.
In totaal werden 36 sporen geregistreerd, waarvan negen paalsporen, negen kuilen, twee greppels, 13 verstoringen en drie natuurlijke sporen. De sporen bevonden zich op een diepte van gemiddeld ca. 65 cm onder het maaiveld. De meeste sporen werden aangetroffen centraal en in het noordwesten van het terrein. Een aantal paalsporen maken deel uit van een gebouwstructuur. Wegens gebrek aan vondsten is het onmogelijk om deze sporen te dateren. Op basis van kleur en aflijning lijken ze middeleeuws of ouder te zijn. Twee paalsporen waren duidelijk recent. De greppels en kuilen lijken eerder te dateren in de nieuwe tot nieuwste tijd. In het zuidoostelijke deel van het plangebied was de B-horizont nog bewaard wat wijst op de aanwezigheid van een depressie.
De opgraving kwam een huisplattegrond aan het licht die aan de hand van de huistypologie gedateerd kan worden tussen 900 en 1200. Ook andere dateringselementen wijzen op een datering van de vindplaats in de volle middeleeuwen. Enkele greppels en spiekers zijn op basis van vondstmateriaal in dezelfde periode te dateren.
Verder komen verspreid over het terrein kuilen en verstoringen voor die gezien hun inclusies en voorkomen in de nieuwste tijd geplaatst kunnen worden.
De opgraving heeft nieuwe inzichten opgeleverd over de geschiedenis van Zwijndrecht. De aangetroffen vindplaats onderschrijft een menselijke aanwezigheid tijdens de volle middeleeuwen in de regio, nadat eerder aan de Laarstraat ook reeds een woonerf uit deze periode ontdekt werd.
Auteurs: Kennis, Jef
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: All-Archeo bv
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastoor Coplaan [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983063 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.
In de eerste week van januari voeren we aanpassingen door voor de gemeentefusies van 1 januari 2025. De toepassing kan tijdelijk offline zijn of onvolledige zoekresultaten tonen. Vanaf maandag 6 januari is alles weer volledig beschikbaar.