Binnen vindplaats 14 is een nederzetting uit de Romeinse tijd aangesneden die uit ten minste twee afzonderlijke erven bestond. Waarschijnlijk zijn beide
erven niet tegelijkertijd in gebruik geweest, maar volgde de één de ander op. Deze interpretatie is gebaseerd op het typologische verschil in huistypen, maar kan niet met zekerheid worden vastgesteld omdat de verschillende huistypen ook naast elkaar voorkwamen. Het is daarom zeker niet uit te sluiten dat beide erven gelijktijdig zijn bewoond. Net als bij Romeinse bewoning in vindplaats 6 bevinden de sporen zich op de overgang van de lage gronden nabij de Krommebeek, naar de hogere gronden ten oosten van vindplaats 14.

Buiten de enclosure is een houtskoolmeiler aanwezig waarvan niet kan worden vastgesteld of die gelijktijdig is aan de nederzettingssporen uit de Romeinse tijd. Mogelijk is het een ouder spoor dat voor of tijdens de Romeinse ontginning van het gebied in gebruik is geweest.

Op het einde van de midden-Romeinse tijd of in de laat-Romeinse tijd werd vindplaats 14 verlaten. In de volle middeleeuwen maakte de vindplaats
onderdeel uit van de agrarische zone die vanuit vindplaats 2 werd ingericht en gebruikt. Het gebied is in agrarische percelen opgedeeld en het voorkomen van ploegsporen wijst op akkers die werden bewerkt gedurende de middeleeuwen en/of nieuwe tijd.