is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 3551
Deze aanduiding is geldig sinds
Resultaten van het archeologisch vooronderzoek, uitgevoerd naar aanleiding van de ontwikkeling van een bedrijventerrein.
Verspreid over het terrein kwamen sporen en vondstmateriaal aan het licht die in het finaalneolithicum, de metaaltijden, de Romeinse periode, de middeleeuwen en postmiddeleeuwen kunnen gedateerd worden. Het terrein wordt gedomineerd door de aanwezigheid van een beekvallei, de vroegere Kasteelbeek, die vermoedelijk teruggaat op een oude laatglaciale geul waarin vermoedelijk in de loop van de middeleeuwen de recht getrokken beek werd gegraven. De beek kent verschillende opvullingsfases, onder andere opvullingsfases in de metaaltijden en/of Romeinse tijd en met een laatste actieve gracht of beek die na WOII werd gedempt.
De leesbaarheid van de sporen was erg moeilijk door de hoge graad van bioturbatie, verwering van de bodem en uitloging van de sporen. Er werden verschillende aardewerkconcentraties aangetroffen die op het eerste zicht moeilijk aan een spoor te verbinden waren. Van het deel ten noorden van de beekvallei werd in de recente geschiedenis de teelaarde afgegraven en vervolgens bedenkt met steenslag en bouwafval. Het archeologische niveau bevindt zich direct onder deze laag waardoor erg voorzichtig moet afgegraven worden om de sporen zo veel mogelijk te vrijwaren.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: GHENT ARCHAEOLOGICAL TEAM bvba
Beschrijving:
In een vaag en gebioturbeerd spoor werd een klein fragment van een klokbeker aangetroffen.
Waarschijnlijk gaat het om een oude windval en bevindt het aardewerk zich buiten context, maar samen met enkele silexvondsten wijst dit wel in de richting van een finaal-neolithische aanwezigheid.
Beschrijving:
De opvallendste structuren zijn een mogelijk gebouwplattegrond met perceleringssysteem, een grote kuil vol nederzettingsafval, talrijke kleinere paalsporenen een mogelijke grafcirkel.
Beschrijving:
Vooronderzoek fase 1:
Verschillende sporen met handgevormd aardewerk (o.a. besmeten aardewerk, aardewerk versierd met groeflijnen en vingertopindrukken) en een fragment technisch aardewerk.
In de noordelijke sector kon een gebouwplattegrond (gedeeltelijk) herkend worden, mogelijk een vierpalige spieker.
Vooronderzoek fase 2:
Kuilen, circelvormige gracht (graf), paalsporen die mogelijk een gebouwplattegrond vormen,
Beschrijving:
Er werden vier, mogelijk vijf crematiegraven aangetroffen.
Enkel Spoor 109 kon gedateerd worden aan de hand van materiaal. Dit graf bevatte één rand- en vier wandfragmenten van handgevormd aardewerk, twee wandfragmenten waren versierd met groeflijnen, wat wijst op een datering in de metaaltijden.
In de buurt van de graven vinden we enkele grachten terug, sommigen ook met een datering in de metaaltijden. Het zou eventueel mogelijk zijn dat in de onmiddellijke omgeving van de graven een cirkelvormige gracht (grafcirkel?) aanwezig is.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek kwamen ook nog eens minstens drie brandrestengraven aan het licht.
Beschrijving:
Gracht met heterogene bruine vulling
Beschrijving:
Verspreid over het terrein werden diverse vuursteenfragmenten aangetroffen. Het gaat om afslagen en werktuigen. Er konden geen concentraties vastgesteld worden en de meeste vondsten bevonden zich in de gebioturbeerde verweringshorizont en enkele als verspit materiaal in een spoor.
Beschrijving:
Spoor van minimum 15 m x 6 m, mogelijk een hutkom, weg, grote kuil, ontginning, ... Het aardewerk uit deze structuur is allemaal handgevormd, opvallend hierbij zijn een aantal fragmenten van aardewerk met een felrode chamotte verschraling. Of het hier gaat om fragmenten van Romeinse tegelfragmenten of oxiderend gebakken aardewerk zou een bakselstudie moeten uitwijzen. Het lijkt aannemelijk dat het materiaal uit de vroege middeleeuwen stamt, hoewel we de ijzertijd ook niet kunnen uitsluiten.