Weststraat ()

In het kader van de geplande bouw van een meergezinswoning op de hoek van de Weststraat en het Le Marais Vernierplein werd tussen 5 oktober en 11 oktober 2016 een archeologische opgraving uitgevoerd, waarbij 23 relevante archeologische sporen afgelijnd.

Op basis van eerder onderzoek uit de jaren '50 door J. Mertens, kon de aanzet van de omgrachting van het Romeins legerkamp verwacht worden. De meeste sporen en vondsten dateren echter voornamelijk uit de vroege tot late middeleeuwen. 

De grondsporen dateren overwegend uit de volle tot late middeleeuwen. Daarnaast werd tijdens het stelselmatig verdiepen (3 niveau) naar het archeologisch vlak metaaldetecties uitgevoerd die lossen vondsten opleverden uit de Romeinse tijd, de middeleeuwse periode en de nieuwe tijd. 

Hoewel grondsporen afwezig zijn, is het duidelijk dat Romeinse sporen en structuren in de directe omgeving van het terrein aanwezig zijn, waaronder het Romeins legerkamp ten oosten en de vicus ten zuiden. Een aanzet van de laat Romeinse verdedigingsgracht van het Romeinse castellum werd niet aangetroffen, maar kan ook niet worden uitgesloten. De Romeinse aanwezigheid vertaalt zich uitsluitend in vondstmateriaal (munten en aardewerk) die als losse objecten werden ingezameld in de cultuurlagen of als verspitte fragmenten aanwezig zijn in de middeleeuwse sporen.

Diverse sporen werden teruggevonden die dateren in de overgangsperiode tussen de volle en late middeleeuwen. Op basis van greppels kunnen minstens vier erfindelingen worden herkend, waarbinnen enkele sporen zijn vastgesteld.

Auteurs:  Galle, Marit; Bracke, Maarten
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Galle M. & Bracke M. 2022: Weststraat [online], https://id.erfgoed.net/teksten/395371 (geraadpleegd op ).


Weststraat ()

In het kader van de geplande bouw van een meergezinswoning op de hoek van de Weststraat en het Le Marais Vernierplein werd tussen 5 oktober en 11 oktober 2016 een archeologische opgraving uitgevoerd waarbij 23 relevante archeologische sporen afgelijnd. De grondsporen dateren overwegend uit de volle tot late middeleeuwen.

Op het terrein zelf of vlak ten zuiden werd in 1956 al een vooronderzoek uitgevoerd door Prof. Dr. J. Mertens. Dat onderzoek bestond uit twee testsleuven op een noordoost-zuidwest as met een korte onderbreking. Het onderzoek verschafte meer informatie met betrekking tot de bodemopbouw. Het bovenste pakket van ca. 1,5 m dik bestaat uit een zwarte uniforme laag met middeleeuwse scherven. Daaronder bevindt zich een middeleeuwse horizont met grijsbruin klei-zand met ‘vroeg’middeleeuwse scherven (Pingsdorf) en Romeinse ‘pannen en scherven’ bovenop het pleistoceen geel zand met plaatselijk ‘kwelmzand’. In sleuf II, de meest oostelijke gelegen sleuf, was onderin een insnijding af te lezen in de moederbodem bestaande uit zwart humeus zand ‘dat naar turf riekt’. Deze insnijding werd door Mertens geïnterpreteerd als de aanzet van de vermoedelijke Laat-Romeinse verdedigingsgracht. Mogelijk kan deze echter gelinkt worden aan de vroegmiddeleeuwse poel die aangetroffen werd in de opgravingszone.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: MONUMENT - VANDEKERCKHOVE


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2022: Weststraat [online], https://id.erfgoed.net/teksten/369059 (geraadpleegd op ).