waarneming

Hospitaalkapel

archeologisch element
ID
983156
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983156

Beschrijving

De 18de-eeuws kapelvloer bestaat uit een combinatie van zwarte en witte natuurstenen tegels van ca. 37 x 37 x 2 cm groot, ingebed in een witte kalkmortel. Hieronder bevindt zich een heterogeen gevlekte opmaaklaag van zo’n 8 cm dik, bestaande uit een gelig-groenig bruine zandleem.

In zone I, de proefput in het koor, werd na ca. 19 cm reeds de bovenkant van het bakstenen gewelf van de onderliggende kelder bereikt. Deze noord-zuid georiënteerde kelder ligt nagenoeg onder het volledige koor, met de ingang buiten aan de noordzijde van de kapel. De eindmuur van de kelder werd tevens aangesneden. Het gewelf en de eindmuur zijn opgetrokken uit bakstenen met afmetingen van 24 x 11,5-12,5 x 5,5-6 cm. Dergelijke baksteenformaten komen reeds voor vanaf de 14de eeuw en blijven in gebruik tot in de loop van de 17de eeuw. Veel informatie over de bouwfases van de kapel is jammer genoeg niet voor handen. In 1763 werd de toestemming verleent van de aartsbisschop om de oude kapel volledig af te breken en een nieuwe kapel te bouwen op dezelfde plaats. Mogelijk werden voor de bouw van de kelder bakstenen hergebruikt van de oude kapel of van elders aangevoerd. In het gedeelte van de kelder vrij gelegd in proefput 1 konden echter noch in het gewelf, noch in de eindmuur gebroken bakstenen of andere sporen van hergebruik vastgesteld worden. De kelder is afgedekt door puinige ophogingslagen. Een gebroken steeltje van een kleipijp dateert de ophoging ten vroegste vanaf de 17de eeuw.

Zone II ligt in aan de zuidoostelijke kant van het schip. Na het manueel verdiepen tot ca. 50 cm werd het eerste archeologische niveau niet bereikt. Naast een heterogeen donker bruin ophogingspakket kan een meer heterogeen gevlekte bruingrijze laag onderscheiden worden. Op dit niveau is het onduidelijk of deze laag een kuil, al dan niet een lens vormt binnen de ophoging. De puinige ophoging kan a.d.h.v. het aardewerk gedateerd worden tussen 1625 en 1800.

Zone III situeert zich aan de noordwestelijke kant van de kapel. Wederom werd het eerste archeologische niveau niet bereikt. Tot de diepte van ca. 50 cm bestaat de vloeropbouw uit ophogingslagen. In eerste instantie leek het één pakket, maar uiteindelijk kon de insnijding van een vermoedelijke kuil onderscheiden worden. De vorm en diepte van de kuil is niet gekend, maar ze start onmiddellijk onder de opmaaklaag van de huidige kapelvloer en is net als de ophogingslagen ook met puinige grond gevuld.

Hoogstwaarschijnlijk kunnen de ophogingspakketten in de drie proefputten gelinkt worden aan de bouw van de nieuwe Hospitaalkapel in 1763. De vele baksteen-, kalkmortel- en leisteenbrokjes en -brokken uit de ophogingslagen kunnen misschien beschouwd worden als bouwpuin van bij de afbraak van de oude kapel. De nieuwe Hospitaalkapel werd opgericht op dezelfde locatie als de volledig afgebroken kapel. Vermoedelijk werd de grond genivelleerd en opgehoogd met deze gecompacteerde puinige pakketten.

Het weinig menselijk bot is sterk gefragmenteerd en kunnen de restanten zijn van weggegraven begravingen van binnen (of buiten) de kapel. 


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: SOLVA

17de- 18de eeuwe structuren en vondsten

Datering: 17de eeuw, 18de eeuw
Typologie: kapellen (gebouwen en structuren), kelders, ophogingslagen, vloeren
Materiaal: aardewerk, bot (menselijk)
Gebeurtenis:

Relaties

  • Is deel van
    Onze-Lieve-Vrouwekapel


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2023: Hospitaalkapel [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983156 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.