In de jaren ’60 verdween het polderdorp Wilmarsdonk in het kader van de havenontwikkeling. De gotische toren is het enige overblijfsel van de Sint-Laurentiuskerk van het voormalige polderdorp Wilmarsdonk. De toren dateert uit de 15de eeuw en is bij Ministerieel Besluit van 13 september 1996
beschermd als monument. De kerktoren van Wilmarsdonk is uitgegroeid tot een symbool van de verdwenen polderdorpen op de rechter Scheldeoever.
Via een kunstopdracht wenst het Havenbedrijf de kerktoren van Wilmarsdonk te opwaarderen door een hedendaagse laag, een artistieke interpretatie aan het historisch en sociaal monument toe te voegen. Het uitgangspunt daarbij is dat de zone rondom de toren opnieuw verlaagd wordt tot het
oorspronkelijke maaiveldniveau of het oorspronkelijke vloerniveau. Om een stabiele omgeving te creëren is daarvoor ook de aanleg van een keermuur en een toegangstrap of -helling nodig. De keermuur dient naar schatting 55 cm dieper dan het uitgravingsniveau gefundeerd te worden. Door
de werken zal de toren opnieuw toegankelijk worden voor publiek.
In functie van de geplande werken werden voorafgaand vier proefputten aangelegd om de bewaringstoestand van de toren en de omliggende zone, alsook de bewaringstoestand van het oorspronkelijke maaiveld te evalueren. Uit het uitgevoerde onderzoek blijkt dat aan de oostelijke toegang van de toren nog een dorpel bewaard gebleven is. Verder konden we aan de hand van het onderzoek het niveau van het oorspronkelijke maaiveld reconstrueren. Een afweging van de geplande werken toont aan dat het verlagen van het maaiveldniveau tot op het oorspronkelijke maaiveldniveau geen bijkomende bedreiging van het bodemarchief betekent. Er moet enkel gelet worden op de aanwezigheid van bouwelementen die gerelateerd zijn aan het monument. Die dienen wel gerecupereerd te worden tijdens de graafwerken.
Bij de aanleg van de keermuur verwachten we dat deze de bovenzijde van de moederbodem zal verstoren. Na de sloop van de kerk zou een wal opgeworpen zijn rond de achtergebleven toren. Daarbij kwamen talrijke beenderen en stukken van lijkkisten tevoorschijn. Ze zijn afkomstig van het vroegere kerkhof en van het areaal onder de kerk zelf. Aangezien we ter hoogte van werkput 2 vaststelden dat de bodemopbouw er intact gebleven is, betekent dit dat bij de aanleg van de keermuur nog begravingen aangesneden kunnen worden. Andere delen zullen verstoord zijn. Om het aantreffen van relevante archeologische resten te ondervangen, wordt geadviseerd dat het tracé van de keermuur voorafgaand aan de plaatsing ervan onderzocht wordt.