is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 16453
Deze aanduiding is geldig sinds
is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 16510
Deze aanduiding is geldig sinds
Het proefsleuvenonderzoek heeft aangetoond dat er in het oosten en zuiden archeologisch relevante sporen aanwezig zijn.
Er zijn 147 bodemsporen geregistreerd bij het proefsleuvenonderzoek. De eerste fase betreft de ijzertijd/Romeinse periode en omvat de aanwezigheid van een kringgreppel, mogelijke grafkuilen (crematiegraven) en een ingegraven recipiënt aardewerk (mogelijk een urnegraf). Rijen paalkuilen met een ZW-ZO oriëntatie wijzen op het voorkomen van gebouwplattegronden, hoewel er tijdens de prospectie geen duidelijke structuren konden worden afgelijnd. Een uitgestrekt bodemspoor wordt geïnterpreteerd als een waterput of waterkuil.
Over verschillende proefsleuven zijn 19 fragmenten van drie oost-west georiënteerde greppels/grachten aangesneden. Deze komen overeen met de grenzen van de (moderne) perceelsindeling. In de 19de eeuw waren de percelen dus afgebakend met watervoerende grachten die in de loop van de 20ste eeuw zijn opgevuld.
Twee vondsten van lithisch materiaal dateren uit de steentijd: het mesolithicum (plakket Wommersomkwartsiet) en het midden-paleolithicum (corticale afslag in vuursteen).
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Studiebureau Archeologie Tienen