waarneming

Montenakenstraat

archeologisch element
ID
983222
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983222

Beschrijving

Het terreinonderzoek vond plaats naar aanleiding van een gemelde muntschat. Uit de doorsnede van de kuil bleek duidelijk dat de kuil recent gegraven werd in de bouwvoor die hoogstens enkele eeuwen oud is. Het is bijgevolg onmogelijk dat de kuil de originele locatie van de munten is. Een kuil uit de Romeinse periode moet volgens de gelaagdheid van het terrein onder de bouwvoor in de vaste grond uitgegraven zijn om nog een concentratie van munten te kunnen bevatten. De aanwezigheid van fragmenten van laat- of post-middeleeuwse baksteen in de bouwvoor onder de kuil bewijst dat zelfs de bodem van de kuil de vaste grond niet raakte. Op basis van de stratigrafie van het terrein kan dus duidelijk en ontegensprekelijk worden aangetoond dat de kuil niet de originele locatie van de muntschat is.

Johan van Heesch, Giel Verbeelen en Fran Stroobants onderzochten een steekproef van 1.461 munten. De oudste munt is een denarius van keizer Elagabal (218-222) nummus de Licinius (Soli invicto comiti) geslaan rond 315 na Chr.

De munten zijn op enkele uitzonderingen na zgn. stralenkronen (antoniniani en aureliani). De antoninianus (dubbele denarius) werd aan het begin van de 3de eeuw geïntroduceerd door keizer Caracalla, maar door het lage zilvergehalte kende deze munt een overwaardering. Hierdoor werd ze geen succes.

De samenstelling van de muntschat weerspiegelt in grote lijnen de muntslag uit de 3de en het begin van 4de eeuw.  De grootste aantallen munten komen uit de regeerperiodes van keizer Gallienus (253-268), Postumus en Victorinus. Vermoedelijk is men voor de muntschat beginnen te sparen tussen 260 en 268. Dit heeft men verdergezet tot aan de munthervorming van Diocletianus, die een nieuw munttype, de nummus invoerde. Het is ook rond die periode, namelijk de overgang tussen de derde en vierde eeuw, dat de depositie van de schat wellicht gedateerd kan worden. Het lijkt erop dat de eigenaar voor het sparen van de munten selectief te werk gegaan is omdat hij vooral munten met een hoog zilvergehalte spaarde. Gezien de lange periode van sparen is het ook mogelijk dat iemand een muntenverzameling in de periode van keizer Victorinus geërfd heeft en deze toegevoegd heeft aan zijn eigen verzameling. 

Gerechtelijk onderzoek wees uit dat de muntschat afkomstig is uit Franse bodem en valselijk in Vlaanderen werd gemeld.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Gebeurtenis:

Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Montenakenstraat [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983222 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.