Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een woonverkaveling, vond binnen het plangebied een proefsleuvenonderzoek plaats. Dit leverde geen relevante archeologische sporen op.

De bodemprofielen die in de sleuven aangelegd werden toonden een A/C-bodemprofiel. Op meerdere plaatsen bleek de bodem opgehoogd. 

De 27 ingetekende sporen omvatten een paalspoor, een spitspoor, drie greppels, een gracht, twee insteken, muurresten en twaalf verstoringen. De sporen bevonden zich op een diepte tussen de 19 en 78 cm onder het maaiveld. De sporen werden verspreid over het hele terrein vastgesteld. Op basis van de vulling en aflijning zijn deze sporen te dateren tussen de late middeleeuwen en de nieuwste tijd met nadruk op de laatste periode. Vooral de muurresten zijn te interpreteren als resten van eerder jonge bebouwing uit de 19de eeuw of jonger.