Naar aanleiding van rioleringswerken werd binnen een zone voor grondverbetering, een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd bestaande uit een landschappelijk booronderzoek en een proefsleuvenonderzoek.
De boringen stelden over het ganse terrein een A/C-bodem vast met in een drietal boringen telkens een donkerbruine zware leemlaag, tussen 50 en 100 cm. De C-horizont en het archeologische niveau situeert zich tussen 50 cm en 100 cm-mv. Het grondwaterpeil situeert zich tussen 0,70 m en 1 m -mv.
De bodemprofielen aangelegd in de proefsleuven verduidelijkten de resultaten van het landschappelijk booronderzoek. In drie profielen was een A/C-bodemprofiel zichtbaar met in twee gevallen een dunne tot venige laag die gelinkt kan worden aan de donkere leemlaag in de boringen. In 1 profiel was een AC1/Bh/Bs/C2 bodemopbouw zichtbaar. De bodem is matig nat.
De venige lagen duiden duidelijk op een permanent natte aard in het verleden. Erbovenop werden opnieuw eolische zanden afgezet.
Er zijn geen archeologisch relevante sporen geregistreerd vermits enkel natuurlijke of recente sporen aan het licht kwamen. Twee scherven uit de nieuwste tijd zijn aangetroffen in de teelaarde.