De antropogene sporen op de site behoren tot een beperkt aantal categorieën nl. greppels, kuilen en paalkuilen. Daarnaast werden ook een houtskoolmeiler en twee grachten aangetroffen. De houtskoolmeiler werd reeds aangesneden tijdens het proefsleuvenonderzoek.
Over het algemeen is het sporenbestand vrij schaars en bestaan de meeste sporen uit greppels. Er konden geen structuren herkend worden en de sporen situeren zich verspreid over het onderzoeksterrein.
De noordelijke (en grootste) zone van het plangebied kan vermoedelijk gedateerd worden in de late ijzertijd-Romeinse periode. Het betreft enkele greppels, paalkuilen en de mogelijke rootkuil. De greppels maken mogelijk deel uit van een ferme indigène. De zone van de opgraving liet niet toe hierover verdere uitspraken te doen aangezien geen duidelijk woonerf naar voren kwam. Als het woonerf effectief aanwezig is, kan deze mogelijk in naburige percelen aan het licht komen. Erfgreppels werden namelijk niet enkel gebruikt om het woonerf te omringen, maar ook om bijhorende percelen in te richten in het landschap. Opvallend is de vondst van een grote aardewerkconcentratie in de onderste laag van de mogelijke rootkuil. De aardewerkconcentratie omvatte fragmenten van een midden-Romeinse beker in importaardewerk aangetroffen.
In de kleine, zuidelijke zone van het terrein werd de houtskoolmeiler, die tijdens het vooronderzoek aangesneden werd, verder onderzocht. Zoals reeds verwacht op basis van de vorm en grootte van het spoor kon de houtskoolmeiler in de volle middeleeuwen gedateerd worden op basis van een 14C-datering.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: BAAC Vlaanderen bvba
Beschrijving:
Mogelijk een rootkuil.
In de onderste laag werd een enorme geconcentreerde hoeveelheid Romeins vondstmateriaal aangetroffen. Het betrof uitsluitend fragmenten van eenzelfde beker uit de midden Romeinse periode (50 – 200 n. Chr.). Buiten dit Romeins importaardewerk uit Noord-Frankrijk werd geen ander vondstmateriaal aangetroffen in het spoor.
Beschrijving:
Zes volmiddeleeuwse scherven werden gerecupereerd uit drie sporen (o.a. greppel).
Datering van de houtskoolmeiler: op basis van 14C.
Beschrijving:
Er werden in totaal 12 paalkuilen aangetroffen tijdens de opgraving. De paalkuilen komen verspreid voor over het terrein. In één van de paalkuilen werd een aardewerkfragment uit de vroege ijzertijd aangetroffen.