Er werden tijdens het proefsleuvenonderzoek een viertal archeologische sporen aangetroffen in de vorm van kuilen met aanwezigheid van houtskool en verbrande leem. De vastgestelde sporen bleken reeds aangetast en bijgevolg ondiep bewaard. Omwille van de afwezigheid van archeologische vondsten kunnen de aangetroffen sporen niet gedateerd worden. De aanwezigheid van losse aardewerkfragmenten uit de volle ijzertijd tot vroeg-Romeinse periode doet vermoeden dat de kuilen mogelijk ook in die periode kunnen gesitueerd worden. Omwille van de verstoorde aard, de bewaringstoestand en de afwezigheid van archeologische vondsten kan niet aangetoond worden of de aangetroffen kuilen al dan niet tot één of meerdere structuren behoren.
In het uiterste zuidoosten van het onderzoeksgebied werd een 19de-eeuwse landweg aangesneden met een min of meer oost-west verloop. Op basis van de historische kaarten kan aangetoond worden dat deze landweg minstens teruggaat tot het midden van de 19de eeuw en aanwezig bleef tot de aanleg van de A19.