In het totaal werden er 15 archeologische sporen geregistreerd en in detail onderzocht. De aangetroffen sporen kunnen gerelateerd worden aan vier chronologische perioden, nl. de (late ?) ijzertijd - Romeinse periode, volle en/of late middeleeuwen en postmiddeleeuwen.
Uit de stratigrafie kan worden opgemaakt dan een deel van de sporen reeds zwaar beschadigd was, aangezien het projectgebied gekenmerkt is door de afwezigheid of zware beschadiging van de B-horizont als gevolg van intensief landbouwactiviteiten (diepploegen). Dit verklaart wellicht waarom enkel de dieperliggende sporen (diepe kuilen, greppels) een vrij goede bewaring kennen en kleine kuilen met een ondiepe vulling (veelal paalkuilen) een slechtere bewaring kennen.
Het uitgevoerde archeologisch onderzoek ter hoogte van de Gentseweg heeft interessante resultaten naar voren gebracht, zeker in associatie met de eerder uitgevoerde aanpalende opgraving aansluiten in het noorden bij het onderzoeksgebied. De aangetroffen greppels, de geïsoleerde paalkuil en de beide mogelijke voorraadkuilen kunnen naar analogie met de opgravingsresultaten van de zone onmiddellijk ten noordoosten van het onderzoeksgebied in verband gebracht worden met een gedeelte van een vierkante enclosure.
Uit de volle en late middeleeuwen stammen ook greppelstructuren die wellicht eerder met landindeling dan met erfstructuren te maken hebben.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ABO NV
Beschrijving:
De aangetroffen greppels, de geïsoleerde paalkuil en de beide mogelijke voorraadkuilen kunnen naar analogie met de opgravingsresultaten van de zone onmiddellijk ten noordoosten van het onderzoeksgebied in verband gebracht worden met een gedeelte van een vierkante enclosure.
Beschrijving:
Een drietal greppelstructuren kunnen op basis van de schaarse vondsten inv erband gebracht worden met perceels- en erfafbakening uit de volle of late middeleeuwen.