Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden geen archeologische sporen aangetroffen.

De afwezigheid van archeologische sporen is te verklaren doordat er hellingserosie heeft plaatsgevonden ter hoogte van het onderzoeksgebied. Mogelijk aanwezige ondiepe nederzettings –en/of begravingssporen zijn hierdoor waarschijnlijk weg geërodeerd. Bovendien kunnen er bij de aanleg van de Borgwormsesteenweg omstreeks het midden van de 20ste eeuw ook vergravingen hebben plaatsgevonden in het noordelijke deel van het onderzoeksgebied.