Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een woonverkaveling, vond binnen het plangebied een proefsleuvenonderzoek plaats. 

De twee bodemprofielen aangelegd in de twee langste proefsleuven toonden drie tot vier bouwvoren boven een C-horizont. De overgang tussen Ap en C-horizont was zeer scherp wat aantoont dat het terrein reeds vergraven is. Ook uit het vlak van de sleuven is gebleken dat het terrein grondig gebioturbeerd is: de B-horizont is in geen enkel bodemprofiel aangetroffen en de onderliggende Chorizont blijkt hoofdzakelijk gebioturbeerd te zijn. Er zijn geen sporen aangetroffen die ouder zijn dan de nieuwe tot nieuwste tijd. Het gaat om zes sporen waarvan vijf greppels zijn uit de nieuwste tijd. Het zesde spoor betreft een boomstronk. Vondsten waren niet aanwezig.