Het archeologisch onderzoek aan het Loutersveld te Puurs bracht sporen aan het licht van een gefaseerd ruraal erf uit de volle middeleeuwen (10-11de eeuw). Het bestaat uit 7 structuren waaronder verschillende hoofd- en bijgebouwen, waaronder 2 spiekers.
Gezien de paalsporen van de structuren geen of slechts enkele aardewerkfragmenten bevatten is het niet mogelijk om op basis hiervan een fasering op te stellen. Wel kan op basis van een oversnijding vastgesteld worden dat structuur 3 jonger is dan structuur 4. Als er gekeken wordt naar gelijkaardige oriëntatie horen structuur 3 en structuur 5 vermoedelijk tot eenzelfde fase en horen ook structuur 4 en structuur 6 tot eenzelfde fase.
De site wordt in het oosten begrensd door een ca. 5m brede gracht. Gezien er zowel in de noordelijke, westelijke als zuidelijke richting geen begrenzing werd aangetroffen, loopt de site vermoedelijk nog door in deze richtingen.
De materiële cultuur bestaat uit aardewerk, bouwkeramiek en natuursteen.
Het aangetroffen aardewerk bestaat uit grijs aardewerk, roodbeschilderd aardewerk en vroegrood aardewerk. In de meeste sporen werden geen of slechts enkele aardewerkfragmenten aangetroffen. In deze gevallen zijn de aangetroffen fragmenten enkel geschikt voor een bevestigende datering van het desbetreffende spoor. In enkele sporen werden echter meerdere fragmenten aangetroffen, namelijk in gracht S12 en in kuil S73. Typologisch kan het aangetroffen aardewerk vrij scherp in de volle middeleeuwen, van de late 10de tot vroege 11de eeuw, gedateerd worden.
De fragmenten bouwkeramiek zijn vrijwel allemaal afkomstig van dakpannen in de tegulaetraditie.
De aangetroffen natuurstenen fragmenten hoorden waarschijnlijk toe aan maalstenen waarvan de meeste bestonden uit basaltlava afkomstig uit het Eifelgebied. De aanwezigheid van dit type natuursteen en de procentuele aanwezigheid van roodbeschilderd aardewerk maakt duidelijk dat er in deze periode een vrij succesvolle en grootschalige handel bestond met het Duitse Rijnland.
Zowel in de directe en ruime omgeving werden reeds verschillende archeologische opgravingen uitgevoerd waaruit bleek dat de omgeving een zeer rijk archeologisch verleden kent en bewoond werd sinds de metaaltijden. De meeste opgravingen leverden resten van erven uit de ijzertijd en Romeinse periode op, naast restanten uit WOI. Slechts op 1 opgraving in de vrij nabije omgeving, met name Puurs-Landschapspark, werden resten van een erf uit de volle middeleeuwen aangetroffen. Het erf bestaat uit 2 bijgebouwen, 2 spiekers, een cirkelvormige greppel (hooiopper) en een erfgreppel. Op basis van het vondstmateriaal wordt het erf gedateerd in de 2de helft van de 11de of begin 12de eeuw, iets later dan het erf aangetroffen aan het Loutersveld.
De structuren aangetroffen op het Loutersveld kunnen best vergeleken worden met bijgebouw 1 (BG1) van deze opgraving gezien dit de enige
structuur is die volledig bewaard is. De typologie van de structuren is grotendeels hetzelfde, hoewel deze van het Landschapspark iets vereenvoudigd is. Deze bestaat deze uit 2 staanderparen waar langs de noordelijke korte zijde een dubbele sluitpaal aan toegevoegd is. Aanwijzingen voor een mogelijke ingang waren niet aanwezig. Daarnaast bestaat ook het erf zelf uit dezelfde elementen, één of meerdere bijgebouwen en enkele spiekers.
Op basis van de werken van Huijbers A. en Deschepper E. gesteld worden dat de structuren aangetroffen op de opgraving Puurs-Loutersveld en
deze van de opgraving Puurs-Landschapspark typologisch nauw aansluiten bij deze van het Maas-Demer-Scheldegebied en dat de regio rondom Puurs in deze periode (10de -12de eeuw) bij dit gebied kan gerekend worden, waarbij de Schelde als arbitraire grens gezien kan worden.
Auteurs: Wyns, Gwendy; Bracke, Maarten; Acke, Bert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Wyns G., Bracke M. & Acke B. 2023: Loutersveld Konijnenstraat [online], https://id.erfgoed.net/teksten/396570 (geraadpleegd op ).
Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een woonverkaveling vond binnen het plangebied een archeologisch vooronderzoek plaats in de vorm van een landschappelijk booronderzoek en een proefsleuvenonderzoek.
In totaal werden 13 landschappelijke boringen uitgevoerd. Over het grootste deel van het plangebied werd eenzelfde bodemsequentie vastgesteld. De boringen vertonen een A(p)-C sequentie waarbij in enkele gevallen 2 A(p)- horizonten vastgesteld werden. Langs de oostelijke grens waren onder de A(p)-horizont verscheidene licht tot donkergrijze lagen aanwezig die waarschijnlijk een restant zijn van de nabijgelegen perceelsgracht en de lager gelegen natte gronden ten oosten van het plangebied. Op de noordwestelijke hoek van perceel 727P werden de boringen gestaakt vanwege de aanwezigheid van puin.
In het westelijk deel bevond de C-horizont zich op ca. +3,8 m TAW, om te stijgen naar het centrale deel tot ca. +4,6m TAW en opnieuw te dalen richting het oosten tot ca. +3,4 m TAW. Het maaiveldniveau volgt grotendeels dit verloop, doch minder uitgesproken wat vermoedelijk het gevolg is van decennialange landbouwpraktijken.
De bodemkundige waarnemingen uit het proefsleuvenonderzoek sluiten aan bij de waarnemingen uit het landschappelijk booronderzoek. Zo werd over het grootste deel van het terrein een Ap-C bodemsequentie waargenomen. In het centrale deel bestond de teelaarde slechts uit één A(p)-horizont, meer naar het oosten en westen toe uit 2 A(p)-horizonten. Langs de oostelijke grens werden onder de teelaarde een donkerbruingrijze laag met een dikte van ca. 30 cm waargenomen die gerelateerd kan worden aan de nabijgelegen perceelsgrens en de lager gelegen nattere gronden ten oosten van het plangebied. Het noordelijk deel bleek tot een diepte van ca. 2m ten opzichte van het maaiveld verstoord te zijn.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden 34 archeologische sporen aangetroffen. De meeste sporen zijn geconcentreerd in het westelijk deel van het plangebied, langs de Konijnenstraat. Ze maken deel uit van een rurale site die in het oosten begrensd wordt door een gracht. Tijdens het
onderzoek werd minstens 1, mogelijk 2 structuren herkend. Vondstmateriaal uit de gracht dateert de gracht (en de site) ruim in de volle middeleeuwen, 10de -13de eeuw. Daarnaast werden in de uiterst noordoostelijke hoek enkele paalsporen met onbepaalde datering aangetroffen die mogelijk deel uit maken van een vierpalige spieker. Vanwege de afwezigheid van andere sporen gaat het hier waarschijnlijk eerder om een solitaire structuur.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Acke & Bracke bvba
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2022: Loutersveld [online], https://id.erfgoed.net/teksten/370637 (geraadpleegd op ).