Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor tuinbouwvoorzieningen, vond binnen het plangebied een proefsleuvenonderzoek plaats. 

De bodemprofielen in de proefsleuven bevestigen de resultaten van de eerder uitgevoerde landschappelijke boringen: een plaggenbodem is niet meer aanwezig en er is een A-C-bodemprofiel aanwezig. De scherpe aflijning van de onderkant van de A-horizont en de abrupte overgang naar de C-horizont
suggereren dat het terrein reeds afgegraven is, waarna de A-horizont terug is aangebracht.

Verder is vastgesteld dat de C-horizont nagenoeg overal vergraven is. De 48 geregistreerde sporen betreffen grotendeels recente verstoringen. Verder zijn nog verschillende (diep)ploegsporen en spitsporen aangetroffen. Tenslotte zijn enkele O-W gerichte greppelsegmenten herkend in het noordelijke deel van het terrein. Op basis van vulling en aflijning zijn deze in de nieuwste tijd gedateerd. Mogelijk gaat het om ontwateringsgreppels. Ook twee paalsporen zijn op basis van vorm, aflijning en vulling in de nieuwste tijd gedateerd. Vondsten waren nergens aanwezig.