Landschappelijk bodemonderzoek en proefsleuvenonderzoek naar aanleiding van de ontwikkeling van een terrein met o.a. een nieuw industrieel gebouw en 25 KMO-units. Dit onderzoek leverde geen archeologisch relevante sporen op.
Landschappelijk bodemonderzoek:
Er werden in essentie twee grote groepen van bodemprofielen vastgesteld binnen het onderzoeksgebied, namelijk:
-Verstoorde bodems (deze staan benoemd als (A/OT/C of als OT indien het onverweerde moedermateriaal niet werd aangeboord). Deze “bodems” bevinden zich voornamelijk in het westelijke deel van het onderzoeksgebied en hangen daar samen met een ophoging, die ook op die manier in de bodemkaart is gekarteerd. Er is tevens sprake van een zwaar verstoorde bodem in het noordoostelijke deel van het onderzoeksgebied, hier is de oorzaak onbekend.
-Bodems die gekenmerkt worden door een “klassieke” bodemopbouw, met name een A/C-profiel.
Proefsleuvenonderzoek:
Het onderzoeksgebied toonde een extreem lage sporendensiteit: er is enkel sprake van recente verstoringen, kavelgreppels en één losse vondst
(metaal).