Het proefsleuvenonderzoek van Wolvenhoek vond plaats in twee zones. In zone 2 werden acht gelijkaardige kuilen met diverse afmetingen aangetroffen in de zuidelijke helft van het plangebied. Op basis van dit onderzoek reiken twee van deze kuilen (S2 & S4) tot minstens 3 m onder het aangelegde vlak. Voor kuilen die aan het oppervlak slechts 1.2 m breed zijn is dit op zijn minst markant. De rechte wanden met scherpe aflijning en de opvullingen die bestaan uit eenzelfde sedimenten als de natuurlijke bodem suggereren een snelle opvulling van deze kuilen. Bovendien komen fragmenten zandsteen en gruis van zandsteen regelmatig voor als opvullingspakketten. Op basis van deze gegevens worden deze kuilen geïnterpreteerd als extractie- of ontginningskuilen ten behoeve van zandsteen. Hoewel er geen zandsteenbanken werden aangeboord of gecoupeerd klopt deze veronderstelling met de geologische beschrijving van dit gedeelte van het plangebied. Met name de Tertiaire Formatie van Tielt is gekend voor het voorkomen van zandsteenbanken (Jacobs et al. 1999). Gezien de afwezigheid van diagnostisch materiaal kunnen deze kuilen vooralsnog niet worden gedateerd. Zandsteen wordt gedurende de geschiedenis frequent gebruikt in de regio. Een bijkomende hypothese is dat de kleine putten kunnen worden geïnterpreteerd als detectieputten om de zandsteenbanken op te sporen.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: GATE