waarneming

Scharebrugstraat

archeologisch element
ID
983473
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983473

Beschrijving

Landschappelijk gezien bevindt de noordelijke zone zich op een afgedekte kreekrug. Naar het oosten toe gaat de bodem over van een kleiig zandige rug naar een eerder zandig kleiige bodem. Dit verschil in bodem vertaalt zich ook naar het sporenbestand. In het oosten van het terrein zijn quasi geen archeologisch relevante sporen aangetroffen. Opmerkelijk is dat er in enkele sporen, tussen het vroeg- en volmiddeleeuws materiaal, Romeinse vondsten gedaan werden. In totaal werden slechts twee scherven verzameld. In de omgeving werden ook al enkele fragmenten Romeins materiaal aangetroffen. Hoewel het steeds om enkele scherven gaat, kan toch vermoed worden dat er tijdens de Romeinse periode een bescheiden activiteit in de ruime omgeving moet hebben plaatsgevonden. De omgeving in deze periode bestond uit een slikken en schorregebied met lokale zandige opduikingen – hierin blijkt permanente bewoning niet altijd mogelijk. De mensen maken in deze periode blijkbaar desondanks wel gebruik van dit dynamisch landschap. Ook elders komen vaak losse vondsten Romeins materiaal voor. Zo werden ook te Leffinge-Oude Werf enkele scherven Romeins aardewerk aangetroffen, waaronder ook terra sigillata.

Profiel 2 vertoonde een vrij apart beeld. In het profiel werd een oud loopvlak aangetroffen onderaan in het profiel met daarbovenop een ophogingspakket. Op de grens tussen beide lagen was vermoedelijk nog een schopsteek zichtbaar die mogelijk een afgraving weergeeft. Gezien de
middeleeuwse sporen zich voornamelijk binnen de ophoging situeren, dient het loopvlak als ouder geïnterpreteerd te worden, mogelijk Romeins. Het is vooralsnog onduidelijk of de afgraving verwijst naar kleiontginning of een andere interpretatie toebedeeld moet krijgen. Maar gezien de klei weinig geschikt is om te gebruiken als grondstof voor bakdoeleinden, lijkt een interpretatie met als doel kleiwinning eerder onwaarschijnlijk. Gezien de klei ter plaatse veel ijzerconcreties bevat, is deze bij hoge baktemperaturen vatbaarder om te breken. Daarom is deze klei van mindere hoogwaardige kwaliteit en dus minder geschikt voor bakdoeleinden. De hypothese van kleiontginning binnen het plangebied is daarom vermoedelijk niet van toepassing.

De Karolingische periode wordt in het aardewerkensemble vertegenwoordigd, zij het wel minder dan het overige volmiddeleeuws aardewerk. Het Rijnlands aardewerk kan mogelijk wijzen op internationale handelscontacten tussen beide regio’s. Het verzameld dateerbaar materiaal komt
grotendeels uit de ‘lagen’ en grachten. Het betreft voornamelijk volmiddeleeuws materiaal. Te Uitkerke-Schaapstraat en Blankenberge-Lissewegestraat werden verschillende grachtsystemen aangetroffen. Vooral de laatmiddeleeuwse percelering is planmatig uitgelegd, met ongeveer elke 20 meter een gracht in een min of meer noord-zuid oriëntatie. Mogelijk zijn ook de grachten binnen het plangebied terug te koppelen aan het systematisch in cultuur brengen van de gronden.

Voor een groot deel van deze onderzoekzone wordt behoud in situ voorgeschreven.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: BAAC Vlaanderen bvba

Middeleeuwse sporen

Datering: Karolingische periode, volle middeleeuwen
Typologie: grachten (infrastructuur), ophogingslagen, perceelsgreppels, vaatwerk
Context: kreekruggen
Materiaal: aardewerk, bot (dierlijk), metaal
Gebeurtenis:

Romeins loopvlak

Datering: Romeinse tijd
Typologie: spitsporen
Context: kreekruggen
Gebeurtenis:

Romeinse scherven

Typologie: losse vondsten, vaatwerk
Context: kreekruggen
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Relaties

  • Is deel van
    Uitkerkse polder

  • Is gerelateerd aan
    Hooistraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Scharebrugstraat [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/983473 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.